Van een sollicitatiegesprek hangt veel van af. Als je wordt aangenomen, gaat je carrière wellicht een nieuwe kant op; als je wordt afgewezen moet je verder zoeken of blijven zitten waar je nu zit. Het is dan ook geen wonder dat je je sollicitatiegesprek zo goed mogelijk voorbereidt. Je probeert op alle mogelijke vragen een goed antwoord klaar te hebben, zodat je niet met je mond vol tanden komt te staan.
Een goede manier om vragen te beantwoorden is volgens de zogeheten STAR-methode. STAR is een acroniem voor Situatie, Taak, Actie, Resultaat. Door deze methode toe te passen, kun je veel strategische vragen efficiënt beantwoorden.
Het idee van deze methode is dat jouw “gedrag uit het verleden de beste voorspeller is voor toekomstig gedrag in een vergelijkbare situatie” Veel recruiters zijn bekend met deze methode, maar het komt maar weinig voor dat kandidaten er ook mee overweg kunnen. Je maakt er dus niet alleen een goede beurt mee, maar illustreert er ook perfect mee hoe je werkt.
1. Wat was je lastigste klant?
Situatie: In mijn studententijd werkte ik bij een gordijnspecialist. Op een dag kwam een klant terug met speciaal voor hem op maat gemaakte gordijnen. Hij wilde de gordijnen teruggeven want de maat was niet goed.
Taak: Het beleid van de winkel is dat op maat gemaakte artikelen nooit worden teruggenomen. Deze kunnen immers niet meer aan een andere klant worden verkocht. De klant werd erg boos toen ik dat vertelde en dreigde met fysiek geweld.
Actie: Ik bleef kalm en vriendelijk. Ik toonde begrip voor de teleurstelling van de klant, maar vertelde dat wij de gordijnen echt niet terug konden nemen. Ik gaf aan dat, als de klant niet zou kalmeren, ze uit de winkel zou worden gezet, desnoods met hulp van de politie. Ik gaf ook aan dat dat voor geen van ons beiden een wenselijke situatie zou zijn.
Resultaat: Het resultaat was dat de klant kalmeerde, die ook wel inzag dat hij een onredelijke eis stelde. We konden het gesprek daarna op een normale en rustige manier voortzetten.
2. Heb je ooit je geduld verloren met een collega?
Situatie: Ja, dat is wel eens voorgekomen. Mijn collega moest een mailing inpakken, die moest die middag nog met de post worden verzonden. De post wordt bij ons bedrijf op een vast moment opgehaald, dus dan moet het klaar staan. Mijn collega zat opzettelijk te treuzelen en had al een paar keer gezegd dat ze het echt niet op tijd af zou krijgen.
Taak: De mailing moest die dag echt worden verstuurd, want er stond belangrijke informatie in voor onze klanten. Als de brieven niet op tijd bij de klanten zouden zijn, zou dat de dagen daarna veel boze telefoontjes opleveren die ik zou moeten beantwoorden.
Actie: Ik heb mijn collega rustig uitgelegd dat het inpakken van de mailing geen dagtaak was, het was een hoeveelheid werk die zij gemakkelijk zou moeten kunnen doen in de tijd die daarvoor stond. Hoe meer ze zit te klagen, des te langer het zou duren voordat het af was.
Resultaat: Mijn collega had het werk bijna op tijd af. Omdat ze haar best had gedaan om op tijd klaar te zijn heb ik haar het laatste half uurtje even geholpen. De mailing ging op tijd de deur uit.
3. Heb je weleens kritiek gekregen op je functioneren?
Situatie: Ik moest een vergadering notuleren. Dit was mijn dagelijks werk en ik weet dat ik daar goed in ben. Toen ik het verslag had gemaakt werd dit nog even doorgelezen door mijn leidinggevende. Zij was akkoord met de tekst, dus heb ik het verslag naar de deelnemers van de vergadering gestuurd. De volgende dag kwam er een woedende reactie van één van de deelnemers aan het overleg: Hij was totaal verkeerd geciteerd en eiste correctie van het verslag.
Taak: Ik ben naar mijn leidinggevende gegaan en heb haar verteld wat er was gebeurd. Zij keek nog eens naar het verslag en viel vervolgens tegen mij uit dat ik inderdaad de opmerking van deze persoon totaal verkeerd in het verslag had vermeld.
Actie: Ik heb mijn leidinggevende uitgelegd dat ik haar het verslag ter controle had laten lezen en dat zij akkoord was met de tekst. Dat het zo de deur uit was gegaan valt mij dus niet te verwijten. Bovendien was ik ervan overtuigd hetgeen dat was gezegd correct te hebben genotuleerd. Mijn leidinggevende was aanwezig bij dit overleg en wist dus ook wat er was gezegd.
Resultaat: Mijn leidinggevende beaamde dat zij het verslag zorgvuldiger had moeten lezen en dat dit wellicht had geleid tot een andere formulering van de desbetreffende passage. In overleg met de deelnemer aan het overleg is het verslag op een paar kleine punten aangepast, maar de strekking van de opmerking is blijven staan, omdat dit wel degelijk hetgeen was wat de deelnemer aan het overleg ter vergadering had gezegd.
4. Geef een voorbeeld waarbij je buiten je bevoegdheden ging
Situatie: Ik werkte bij een Sociale Dienst. Daar hebben we zo af en toe te maken met agressieve klanten. In die tijd zat er nog geen alarmknop in de spreekkamers waar de consulenten gesprekken met de klanten voerden. Op een gegeven moment trok een klant een mes en bedreigde mijn collega.
Taak: In geval van agressie was het de taak van de leidinggevende om te beslissen of de politie moest worden ingeschakeld.
Actie: Ik heb de dichtstbijzijnde telefoon gepakt en de meldkamer van de politie gebeld, zonder dit vooraf met de leidinggevende te overleggen. Later ben ik naar mijn leidinggevende gegaan en heb hem uitgelegd dat ik in een reflex had gehandeld en me niet realiseerde dat ik niet de bevoegdheid had om de politie te alarmeren.
Resultaat: De politie is meteen gekomen en heeft de agressieve klant in de boeien geslagen. Er zijn geen gewonden gevallen. Mijn leidinggevende complimenteerde mij met mijn snelle handelen en vond het geen enkel probleem dat ik dit zonder overleg had gedaan.
5. Geef een voorbeeld van een stressvolle situatie en hoe je hiermee om bent gegaan
Situatie: Er was een computerstoring geweest waardoor de facturen die wij aan onze leveranciers hadden moeten betalen niet waren voldaan. De uiterste betaaldatum was al verstreken. We kwamen daar pas achter toen de eerste boze leveranciers belden en dreigden dat we geen bestellingen meer geleverd zouden krijgen.
Taak: Het was mijn taak om met de leveranciers zo snel mogelijk tot een oplossing te komen zodat we weer leveringen zouden krijgen. Zou dat niet gebeuren dan moesten we sluiten omdat we onze klanten niet meer konden bedienen.
Actie: Ik heb alle klanten van wie de factuur nog niet was betaald gebeld en uitgelegd dat er sprake was van een storing bij onze bank. De bank had ons hiervan niet op de hoogte gesteld dus wij waren ervan overtuigd dat wij de facturen op tijd hadden voldaan. We zouden alles in het werk stellen om de betalingen alsnog zo spoedig mogelijk te voldoen.
Resultaat: De meeste leveranciers toonden begrip voor de situatie, zeker toen ik aangaf dat we al bezig waren de betalingen opnieuw te doen zodat zij zo snel mogelijk alsnog hun geld zouden krijgen. Uiteindelijk heeft maar één leverancier naar aanleiding van dit voorval niet meer aan ons geleverd, gelukkig vonden we snel een alternatief.
6. Waar ben je het meest trots op in je carrière tot nu toe?
Situatie: Het meest trots ben ik op het feit dat ik in staat blijk te zijn om met veel verschillende mensen god om te kunnen gaan, zowel klanten als collega’s.
Taak: Het is mijn taak om als medewerker goed te functioneren, en dat doe je het beste als je goed met je collega’s kunt opschieten, ook als die niet overal hetzelfde over denken als jij. En natuurlijk moet je ook goed met de klanten overweg kunnen, zowel de klanten die tevreden zijn als degenen die een klacht hebben of onredelijke eisen stellen.
Actie: Je bereikt het beste resultaat door een goed inlevingsvermogen in de beleving van je collega of van de klant. Hoe zou ik me voelen in een bepaalde situatie, en hoe zou ik dan behandeld willen worden?
Resultaat: Door empathie en begrip te tonen voor collega’s die misschien niet zo snel als ik werken, of die andere inzichten hebben, kan ik met iedereen goed overweg. Door klanten zo rustig en begripvol mogelijk tegemoet te treden heb ik vaak een vervelende situatie ten goede kunnen keren.
7 . Geef een voorbeeld van een probleem dat je met een collega of je leidinggevende had en hoe je dit hebt opgelost
Situatie: Mijn collega kwam voortdurend te laat op haar werk, zodat ik haar taken moest overnemen. Ze had steeds weer andere smoezen, waarvan ik wist dat ze niet klopten.
Taak: Mijn collega en ik moeten het werk samen doen, maar doordat zij vrijwel dagelijks te laat kwam draaide ik steeds op voor het werk in de eerste uren van onze dienst.
Actie: Ik heb overwogen om naar mijn leidinggevende te stappen om me te beklagen maar ik heb dat niet gedaan. Ik heb tegen mijn collega gezegd dat ik eens met haar wilde praten onder vier ogen. Tijdens dit gesprek heb ik haar uitgelegd dat het heel vervelend was dat ze steeds te laat kwam.
Resultaat: Mijn collega bevestigde dat ik gelijk had, dat het vaak voorkwam dat ze veel te laat op het werk verscheen. Ze had zelf het idee dat het nog wel meeviel maar toen ik voorbeelden gaf, gaf ze toe dat het vaker voorkwam dan zij aangaf. Mijn collega heeft haar leven gebeterd. Ze kwam nog wel eens te laat, maar geen uren, en die tien minuten vergaf ik haar graag.
8. Geef een voorbeeld van een situatie waarin je initiatief toonde en de leiding nam
Situatie: Ik werkte in een supermarkt. Er was een product in de aanbieding maar we hadden er te weinig van binnen gekregen zodat het snel uitverkocht was. Klanten weten dat bij aanbiedingen “op is op” geldt, maar als een product al na een dag niet meer verkrijgbaar is dan is het logisch dat mensen gaan klagen.
Taak: Het is niet mijn taak om dit probleem op te lossen, ik ben niet verantwoordelijk voor het inkoopbeleid en als er vanuit de distributie te weinig wordt geleverd kan mij dit niet worden verweten.
Actie: Ik heb de klanten die mis grepen voor de aanbieding een alternatief geboden door ze twee kleine verpakkingen aan te bieden van het actieproduct in plaats van de grootverpakking die in de aanbieding was. Dit uiteraard voor de reclameprijs.
Resultaat: De klanten konden mijn actie erg waarderen en kochten naast de aanbieding ook nog andere producten. Mijn leidinggevende keurde mijn initiatief goed.
9. Geef een voorbeeld waarbij je je collega’s moest motiveren
Situatie: Het management van de organisatie waar ik werkte leek het leuk als er een personeelsblad zou komen. Hierin konden dan diverse zaken worden gemeld die voor de medewerkers leuk of nuttig zijn.
Taak: Ik heb het initiatief genomen om dit op te zetten. Er moest een redactiecommissie komen en er moest overlegd worden in welke vorm het personeelsblad verspreid zou worden en aan wie.
Actie: Ik heb collega’s benaderd met de vraag of ze mee wilden doen. Ik heb een lijst gemaakt van wie het blad moesten krijgen: de medewerkers, gepensioneerde medewerkers, het bestuur. Ik heb samen met de redactie toen die was gevormd een plan gemaakt over op te nemen onderwerpen en rubrieken en we hebben onderling op mijn initiatief de taken verdeeld.
Resultaat: Binnen een paar weken kon het eerste nummer van het personeelsblad worden gepresenteerd. De reacties waren erg positief.
10. Geef een voorbeeld van een doel dat je jezelf stelde en hoe je dit hebt bereikt
Situatie: Ik werkte bij een organisatie op een lichte administratieve functie. Leuk werk, maar ik wilde dit niet mijn hele carrière blijven doen.
Taak: Ik ben zelf verantwoordelijk voor de ontwikkeling van mijn loopbaan, en dus ben ik op zoek gegaan naar een passende vervolgopleiding om mijn kennis te verbreden.
Actie: Ik ben een opleiding over boekhouding en financieel inzicht gaan volgen. Mijn leidinggevende steunde mijn initiatief en waardeerde het dat ik zelf met dit plan ben gekomen.
Resultaat: Ik heb de opleiding met succes afgerond en enkele maanden later had ik een beter betaalde functie bij dit bedrijf die aansloot bij de opleiding die ik had gevolgd.
11. Beschrijf hoe je omging met een situatie waarbij je leidinggevende fout zat
Situatie: Bij mijn werkgever heeft iedereen toegang tot internet. Dit wordt ook voor privé zaken gebruikt en dit is binnen bepaalde grenzen ook toegestaan. Op een gegeven moment besloot de directeur dat het internetgebruik van alle medewerkers gedurende een week zou worden gemonitord om te zien of ze niet te veel privé op internet zaten en welke websites ze bezochten. Dit werd niet van te voren aan de medewerkers verteld.
Taak: Ik was op dat moment lid van de Ondernemingsraad. De OR werd tijdens een vergadering over dit voornemen ingelicht. De regels schrijven voor dat je niet zomaar zonder aanleiding het surfgedrag van alle medewerkers mag monitoren. Dit is een inbreuk op de privacy.
Actie: Ik heb de directeur erop gewezen dat het controleren van het internetgebruik alleen is toegestaan als er een vermoeden van misbruik bestaat in de zin van te vaak privé internetten of het bezoeken van websites met ongepaste inhoud. Iedereen zonder meer controleren mag niet volgens de wet.
Resultaat: De voorgenomen check van alle medewerkers ging niet door. Er werd een protocol opgesteld op grond waarvan het surfgedrag van medewerkers kon worden gecontroleerd.
12. Beschrijf een grote aanpassing in je werk en hoe je hiermee bent omgegaan
Situatie: Ik werkte bij een overheidsinstelling en daar heb je regelmatig te maken met wetswijzigingen. Wanneer er in “Den Haag” weer wat nieuws wordt bedacht, moet dat door de ambtenaren worden uitgevoerd. Soms wordt over de consequenties van een besluit niet god nagedacht.
Taak: Het is mijn taak om de wet zo goed mogelijk uit te voeren, ook als de regels tot problemen leiden moet ik deze samen met mijn collega’s zo goed mogelijk oplossen.
Actie: Ik heb steeds als er een wijziging in de wet kwam die een verandering van mijn werkzaamheden tot gevolg had, me deze zo goed en snel mogelijk eigen gemaakt. Ik heb de informatie goed gelezen en vragen gesteld over zaken die niet duidelijk was. Ik heb ook feedback gegeven over knelpunten waar ik tegenaan liep.
Resultaat: De wetswijzigingen werden meestal zonder problemen doorgevoerd. Soms leidde feedback vanaf de “werkvloer” tot aanpassing van wetten en regels.
13. Vertel eens over een conflict op de werkplek en hoe je tot een oplossing kwam
Situatie: Twee van mijn collega’s lagen al een tijdje met elkaar overhoop. De één was een harde werker die van aanpakken en doorwerken hield. De ander was wat minder vlot, deed haar werk goed maar haar tempo lag aanzienlijk lager. Op een dag botste dit omdat de “snelle” collega zich stoorde aan het “slome” gedrag van de ander.
Taak: Ik ben geen leidinggevende en dus is het niet mijn taak om een ruzie tussen twee collega’s te sussen. Maar de chef was op dat moment niet aanwezig en de situatie was onhoudbaar geworden. Eén collega was boos weggelopen en de ander zat huilend achter haar bureau.
Actie: Ik heb met beide collega’s gesproken. Ik ben niet op de stoel van de leidinggevende gaan zitten want dat ben ik immers niet. Maar ik heb aan hen allebei gevraagd of ze het konden opbrengen om op een normale manier samen te werken omdat ik geen zin had om er tussen te zitten.
Resultaat: Beide collega’s realiseerden zich dat ze water bij de wijn moesten doen. De snelle collega moest accepteren dat niet iedereen zo proactief en snel is. De langzamere collega wilde wel proberen om wat harder te werken zodat er minder werk op de schouders van de andere collega’s terecht zou komen.
14. Vertel over een situatie waarin je het belang van het werk/je collega boven je eigen belang stelde
Situatie: Het was tijdens de zomerperiode. De vakanties stonden voor de deur en iedereen was daar erg aan toe. Ik ook. Ik moest nog een dag werken en dan zou ik drie weken vakantie hebben. Toen kwam er een grote klus binnen die mijn collega onmogelijk in haar eentje op tijd af kon ronden.
Taak: Ik had mijn vakantie ruim op tijd aangevraagd en hiervoor was toestemming gegeven. Dus ik had het volste recht om van mijn vakantie te gaan genieten.
Actie: Ik besloot mijn vakantie een paar dagen uit te stellen om mijn collega met de grote klus te kunnen helpen.
Resultaat: De opdracht kwam op tijd af en mijn collega en ik kregen een pluim van onze chef. Mijn vakantie schoof een paar dagen op, maar ik heb er dubbel van genoten omdat ik met een voldaan gevoel over de goed uitgevoerde opdracht met vakantie ging. Zo sloeg ik twee vliegen in één klap.
15. Kun je een voorbeeld geven waarop je merkte dat je in staat was anderen te motiveren?
Situatie: Onze organisatie kreeg een geheel vernieuwde website met allerlei nieuwe mogelijkheden om op een interactieve manier met onze klanten te communiceren.
Taak: Als communicatiemedewerker is het mijn taak om de mogelijkheden van deze nieuwe website zo goed mogelijk te benutten zodat de website ons werk uit handen zou nemen en de dienstverlening aan de klanten wordt verbeterd.
Actie: Ik heb een plan opgesteld voor de inrichting van de website en hoe we zo goed mogelijk van alle mogelijkheden gebruik konden maken en wat daarvoor nodig was. Dit plan heb ik voorgelegd aan het management.
Resultaat: Het management was enthousiast over mijn plan en heeft ervoor gezorgd dat ik hulp kreeg van collega’s om de website zo goed mogelijk in te richten. Deze functioneerde binnen enkele weken naar volle tevredenheid.
16. Beschrijf een moment of periode waarin je je niet voor de volle 100% inzette op je werk en wat je hieraan hebt gedaan
Situatie: Ik werkte in de zorg. Dit is zowel lichamelijk als psychisch soms zwaar werk. Je wordt voortdurend geconfronteerd met de ziekte en beperkingen van je patiënten. Dit begon mij op een gegeven moment op te breken.
Taak: Het is mijn taak om me altijd voor de volle 100% in te zetten om zo goed mogelijk voor mijn patiënten te zorgen. Zij hebben mij nodig en zijn van mijn zorg afhankelijk. Ik kan ze niet aan hun lot overlaten.
Actie: Ik ben met mijn leidinggevende gaan praten omdat ik het gevoel had dat ik tegen een burn-out aan zat. In overleg met mijn leidinggevende ben ik toen een periode wat minder uren gaan werken.
Resultaat: Het resultaat was dat een burn-out werd voorkomen. Na een aantal maanden wat minder uren werken kreeg ik weer meer energie en na een aantal gesprekken met het maatschappelijk werk binnen de organisatie waar ik werkte kon ik er weer met frisse moed tegenaan.
17. Is er een periode geweest waarin je problemen moest oplossen terwijl er geen leiding beschikbaar was?
Situatie: Ik werkte op een kleine afdeling dossierbeheer van een non profit organisatie. Ik had een collega en een leidinggevende die ook meewerkte aan de dossiers. De leidinggevende werd op een gegeven moment langdurig ziek. Vanuit het management kwam er geen leidinggevende ondersteuning.
Taak: Het was mijn taak om samen met mijn collega het dossierbeheer goed te laten verlopen. De stukken moesten worden opgeborgen, nieuwe dossiers gevormd, er moest worden gerapporteerd over dossiers die te lang in omloop waren. Dat laatste was een taak van mijn leidinggevende.
Actie: Ik heb samen met mijn collega de taken die voor drie mensen bestemd waren onder ons tweeën verdeeld. We moesten dus beiden flink aanpakken om al het werk af te krijgen en te voorkomen dat er achterstanden zouden ontstaan.
Resultaat: Mijn collega en ik hebben het werken op deze manier een aantal maanden volgehouden. Toen begonnen er toch achterstanden te ontstaan. Uiteindelijk ben ik naar het management gestapt en heb gezegd dat de situatie onhoudbaar werd. Binnen een week hadden mijn collega en ik hulp van een uitzendkracht.
18 . Ben je trots op je loopbaan tot nu toe? Waar ben je het meest trots op?
Situatie: Ik werk nu bijna 10 jaar voor deze organisatie. Ik ben er trots op dat ik een positieve bijdrage kan leveren aan de organisatie en dat mijn leidinggevende en collega’s een beroep op mij doen als ze weten dat er een taak is waar ik goed in ben.
Taak: Ik zie het als mijn taak om mijn werk zo goed mogelijk te doen en mijn werk zo snel en goed mogelijk uit te voeren. Als ik werk zie liggen dan pak ik het op zonder dat ik afwacht tot het me wordt opgedragen.
Actie: Ik neem graag initiatief als er werk gedaan moet worden waarbij ik denk een bijdrage te kunnen leveren. Ik bied mijn hulp aan als ik zie dat collega’s het drukker hebben dan ik en ik ben niet e beroerd om werk te doen dat onder mijn niveau ligt en niet tot mijn takenpakket behoort.
Resultaat: Het resultaat is dat ik gewaardeerd word door mijn leidinggevende en mijn collega’s. Dit wordt ook bevestigd in functionerings- en beoordelingsgesprekken. Daar ben ik trots op.
19. Ben je wel eens over een deadline gegaan en hoe heb je dit opgelost?
Situatie: Ik werkte bij een drukkerij. Er moest een grote order worden gedaan waar haast bij was. Wij kregen de klus omdat wij aan de opdrachtgever de garantie hadden gegeven dat we et op tijd zouden aanleveren. Maar toen begaf één van onze drukpersen het. Reparatie duurde te lang om de deadline nog te kunnen halen.
Taak: Het was onze taak om de grote order op tijd aan te leveren, dit hadden we ook gegarandeerd. Maar nu was er sprake van overmacht.
Actie: Ik heb contact opgenomen met een collega drukkerij in de buurt en hen gevraagd of ze ons konden assisteren met de grote order.
Resultaat: De collega drukkerij heeft een deel van de order voor zijn rekening genomen. Er ontstond wel vertraging en daardoor haalden we de deadline net niet. Maar de opdrachtgever waardeerde de actie die ik had ondernomen en voldeed de factuur volledig bij aflevering van de order.
20. Bespreek een tegenslag tijdens je werk en hoe je hiermee bent omgegaan
Situatie: Ik werkte bij een administratiekantoor. Ik had net een opleiding afgerond die mij een betere functie zou kunnen opleveren binnen het bedrijf. Er kwam inderdaad een vacature vrij, ik solliciteerde maar de keus viel op een collega, terwijl deze in tegenstelling tot mij de benodigde opleiding nog niet had afgerond.
Taak: Het was mijn taak om ondanks deze tegenslag mijn werk goed te blijven doen en niet negatief te reageren. Mijn leidinggevende had uitgelegd dat er goede redenen waren om bij de nu vacante functie de voorkeur te geven aan mijn collega.
Actie: Ik ben naar aanleiding van deze teleurstelling in gesprek gegaan met mijn leidinggevende. Waren er kansen dat ik in de toekomst wellicht wel voor een beter betaalde functie in aanmerking zou komen nu ik het daarvoor benodigde diploma had behaald. Mijn leidinggevende gaf aan dat er wellicht in de toekomst mogelijkheden zouden zijn, maar dat het mij uiteraard vrij stond om ook buiten de organisatie naar een passende functie te solliciteren. Ik zou bij een sollicitatie elders een positieve referentie krijgen om mijn kansen op de baan te vergroten.
Resultaat: Ik ben inderdaad gaan solliciteren bij andere bedrijven. Dit leverde echter niet op korte termijn een andere baan op. Vrij onverwacht ging bij mijn huidige werkgever een collega weg in verband met emigratie naar het buitenland. Hierdoor kwam er een functie vrij waar ik op heb gesolliciteerd. Ik werd aangenomen en heb deze baan meerdere jaren met veel plezier vervuld.
Doe je voordeel met deze voorbeelden
De bovenstaande fictieve situaties zijn slechts voorbeelden. Maar de vragen die je tijdens een sollicitatiegesprek kunt verwachten, ongeacht of je naar een hoge of lagere functie solliciteert, kunnen deze elementen bevatten. Wees dus voorbereid en bedenk van te voren een goed antwoord. Het kan je een goede voorsprong geven op andere kandidaten voor de functie. We wensen je alvast veel succes toe!