Een sterke wens van een werknemer om competenter te worden, is een goede voorspeller van een hoog welbevinden. Dit blijkt uit het proefschrift van Arjan van Dam, ‘Striving and thriving: the relationship between achievement goal-orientation and well-being at work’. Hij vond een positieve samenhang tussen de wens om competenter te worden, en iemands geluksgevoel en psychologisch-sociaal functioneren.
Welbevinden heeft niet alleen een intrinsieke waarde – je goed voelen – maar het hangt ook samen met andere gewenste uitkomsten. Zoals een langere levensduur, een betere gezondheid en betere (werk)prestaties. Tegelijkertijd wordt het welbevinden van veel mensen bedreigd door de externe druk die een snel veranderende samenleving met zich meebrengt en die duidelijk zichtbaar is op de werkplek: banen worden gecompliceerder, werknemers ervaren veel druk en hun welbevinden wordt bedreigd. Het proefschrift van Van Dam draagt bij aan meer kennis over welke factoren het welbevinden van werknemers bevorderen, om vervolgens concrete manieren te bieden om het welbevinden op de werkplek te vergroten.
Gericht zijn op jezelf ontwikkelen heeft de duidelijkste relatie met welbevinden
In tegenstelling tot de positieve samenhang tussen welbevinden en het gericht zijn op competenter worden, bleek het gericht zijn op presteren, het laten zien van je competenties of het voorkomen dat je incompetent overkomt, vaak niet gerelateerd aan welbevinden of alleen voor bepaalde groepen medewerkers. Voor medewerkers die met ontslag bedreigd worden en voor mensen die geen werk hebben bleek dat gericht zijn op het voorkomen dat anderen je als incompetent zien, negatief samenhangt met het eigen welbevinden. Dit proefschrift laat duidelijk zien dat het doel om je competenties te ontwikkelen lijkt te zorgen voor welbevinden; zelfs in weinig positieve situaties zoals voor medewerkers die met ontslag bedreigd worden.
Aandacht voor omgeving die groei stimuleert
Het proefschrift laat ook zien dat een ondersteunende werkomgeving met ruime leermogelijkheden de positieve relatie versterkt tussen de wens om competenter te worden en het welbevinden van de werknemer. Met andere woorden, als de werknemer zichzelf graag wil ontwikkelen en daarvoor de ruimte en faciliteiten van de werkgever krijgt, dan wordt hij of zij daar nog gelukkiger van.
Volgens Van Dam betekenen zijn bevindingen dat het voor werkgevers belangrijk is om niet alleen oog te hebben voor het soort doelen dat medewerkers zichzelf stellen, maar vooral om ook aandacht te hebben voor een werkomgeving die deze leerdoelen ondersteunt.