De stijging in kosten van levensonderhoud – zoals energie, eten en benzine – is pijnlijk voelbaar in de portemonnees van velen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn de prijzen voor consumentengoederen en -diensten in 2022 met 10 procent gestegen ten opzichte van 2021. In december 2022 bedroeg de inflatie 9,6 procent. Deze ontwikkeling verhoogt de druk op werkgevers om talenten te behouden. Hoewel bedrijven juridisch gezien werknemers niet hoeven te compenseren voor de verhoogde inflatie, zijn er wel een aantal opties om werknemers toch te ontlasten én tegelijkertijd het imago van het bedrijf te verbeteren. In dit artikel worden vijf win-win mogelijkheden toegelicht voor zowel werkgevers als werknemers.
1. Compenseren energiekosten
Deze winter is het zinvol om thuiswerkende werknemers te compenseren voor de enorm gestegen energiekosten. Dit kan in de vorm van een eenmalige of periodieke uitkering boven op de vastgestelde energietoeslag vanuit de overheid. Het voordeel van een dergelijke maatregel is dat deze precies daar in werking treedt waar veel werknemers bezuinigen. Je voorkomt hiermee namelijk de directe negatieve invloed van het werken in de kou. In extreme gevallen kan dit zelfs tot een verhoogd ziekteverzuim leiden.
2. Catering en maaltijdvergoeding
Veel levensmiddelen zijn duurder geworden door de inflatie. Werkgevers kunnen medewerkers direct helpen door bijvoorbeeld catering of een maaltijdvergoeding aan te bieden. Werkgevers zijn niet verplicht catering te regelen, maar het kan wel een mooi extraatje zijn in deze uitdagende tijd. Onder bepaalde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld bij overwerk, mag een maaltijd onbelast vergoed worden. Wil je als werkgever ook in andere situaties een maaltijd vergoeden aan je werknemer, dan is de vergoeding of verstrekking niet onbelast en dient er een bedrag van 3,55 euro per maaltijd als normbedrag tot het loon gerekend te worden.
3. Pensioen en flexibiliteit belangrijk
Laten we ook andere secundaire arbeidsvoorwaarden niet vergeten. Uit onderzoek dat wij lieten verrichten in december 20211 blijkt dat 26 procent van de Nederlanders een pensioenregeling de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde vindt. Op de tweede en derde plaats staan flexibele tijdsindeling (20%) en voldoende vakantiedagen (17%). Slechts 1 procent vindt cadeaus of personeelsuitjes de belangrijkste voorwaarde. Door een goed pensioen en voldoende flexibiliteit te bieden, zorg je dus ook voor meer betrokken werknemers.
4. Sporten stimuleren
Werkgevers die actief initiatieven ondersteunen om de gezondheid, zowel fysiek als mentaal, van het personeel te verbeteren, investeren in de toekomst. Het aanbieden van een sportabonnement heeft meestal een positieve impact op het welzijn van werknemers en zorgt daarnaast voor belastingvoordeel voor zowel werkgever als werknemer. Het kan daarom zeker helpen om als werkgever te investeren in activiteiten om bewegen te stimuleren. Initieer een sportclubje of organiseer lunchwandelingen en zorg dat er zit-stabureau’s beschikbaar zijn.
Recent onderzoek2 in opdracht van ons liet ook zien dat de meerderheid van de Nederlandse werkgevers een gezonde levensstijl aanmoedigt (53%). Dit gebeurt voornamelijk in de vorm van een fietsplan (24%), gezonde lunchopties (18%) en/of aandacht voor mentale gezondheid (11%).
5. Persoonlijk cadeau
In Nederland mag je via de kleine geschenkenregeling je medewerkers belastingvrij een cadeau geven tot maximaal 25 euro. Voorwaarde van deze regeling is dat het gaat om een persoonlijke attentie in natura. Geld en waardebonnen vallen hier dus niet onder. Zo wordt een bos bloemen voor de verjaardag van een werknemer niet gezien als loon als deze minder dan 25 euro kost. Een cadeaubon van 15 euro die wordt gegeven bij de geboorte van een kind, is wel loon. Toch kan een kleine attentie wel degelijk bijdragen aan de loyaliteit en betrokkenheid van medewerkers.
1 Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Multiscope in december 2021 onder 1.000 Nederlanders.
2 Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Multiscope in januari 2023 onder 764 werkende Nederlanders.