Transparantie in arbeidsvoorwaarden wordt steeds vaker gevraagd door medewerkers. Vooral jongere medewerkers willen duidelijkheid over hun toekomstperspectief, maatwerk in arbeidsvoorwaarden en werktijden. Wetgeving die per 1 augustus in werking treedt, verplicht werkgevers tot meer transparantie en een betere voorspelbaarheid.
Afgelopen week ging de Eerste Kamer akkoord met de Wet Implementatie EU-richtlijn Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden.
Deze wet is het gevolg van een Richtlijn van de Europese Unie waarin de minimum rechten van werknemers zijn opgenomen met betrekking tot informatie die werkgevers moeten verstrekken. Het doel is om medewerkers (nog) beter te informeren over hun arbeidsvoorwaarden, voorspelbare werktijden te bieden (voor de werk-/privébalans) en het bevorderen van het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt door werknemers gratis en doorbetaald verplichte scholing aan te bieden
Wij bespreken de vier belangrijkste wijzigingen voor werkgevers die ingaan per 1 augustus:
- Verplichte opleiding(stijd) altijd voor rekening van de werkgever
- Opleidingen die verplicht moeten worden afgerond voor de uitoefening van een bepaalde functie, worden door de werkgever betaald. Opleidingstijd is altijd arbeidstijd en vindt zoveel mogelijk plaats tijdens normale werktijd.
- Terugvordering van kosten (bijvoorbeeld bij uitdiensttreding) is niet toegestaan.
- Creeren van een voorspelbaar arbeidspatroon
In veel branches in Nederland wordt gewerkt met oproepkrachten. Met de implementatie van EU-richtlijnen krijgen oproepkrachten meer duidelijkheid over hun arbeidspatroon:
- De werkgever moet per medewerker vastleggen op welke tijdstippen verplicht gehoor moet worden gegeven aan een oproep
- Als de oproep te kort voor aanvang van het werk wordt gedaan, mag de oproepkracht weigeren;
- Buiten de vastgelegde tijdstippen mag de oproepkracht altijd weigeren.
- Uitbreiding van de informatieplicht
Op basis van het Burgerlijk Wetboek zijn werkgevers al verplicht bepaalde informatie in de arbeidsovereenkomst op te nemen (bijvoorbeeld de ingangsdatum, plaats waar wordt gewerkt, de functie en het salaris). De bestaande informatieplicht wordt uitgebreid met:
- De plekken waar de arbeid wordt verricht;
- Vakantie- en verlofregelingen;
- Procedure bij beëindigen van het dienstverband;
- De afzonderlijke bestanddelen van het loon zoals een bonus en een eventueel recht op scholing.
- Toestaan van nevenwerkzaamheden
De werkgever mag de werknemer niet verbieden nevenwerkzaamheden te verrichten, tenzij de werkgever daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft. De werkgever dient in dat geval in de arbeidsovereenkomst op te nemen dat in geval van een objectieve rechtvaardigingsgrond nevenwerkzaamheden verboden kunnen worden. Een rechtvaardigheidsgrond kan bijvoorbeeld gevonden worden in risico’s op het gebied van gezondheid en veiligheid, de bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, het overtreden van een wettelijk voorschrift of het vermijden van belangenconflicten.
De acties die je als werkgever op de korte termijn moet nemen:
- Inventariseer de bestaande individuele en collectieve afspraken over scholing. Maak het onderscheid tussen verplichte (tijd en kosten mogen niet verhaald worden op de medewerker) en niet verplichte scholing (wel mogelijk om kosten bij de medewerker te laten). Bepaal welke afspraken aanpassing behoeven.
- Inventariseer de situaties waarin sprake is van een (grotendeels) onvoorspelbaar werkpatroon. Spreek waar nodig referentiedagen en -uren af met onder andere oproepkrachten. Denk bij nieuwe contracten aan de specifieke informatieplicht die geldt voor een onvoorspelbaar werkpatroon.
- Controleer of er een algemeen nevenactiviteitenbeding in de arbeidsovereenkomst staat. Vervang een eventueel verbod door een verplichting voor de werknemer om toestemming te vragen of geef een objectieve rechtvaardigingsgrond.
- Controleer de modelarbeidsovereenkomsten vóór 1 augustus 2022 en pas deze aan indien nodig. Controleer de (collectieve) arbeidsvoorwaardenregelingen en vul aan waar nodig met het oog op de uitbreiding van de informatieplicht.