Eind maart kwam in het nieuws dat leraren in het Primair Onderwijs (PO) in actie komen. Dit vanwege de relatief grote salarisverschillen met het Voortgezet Onderwijs (VO). Destijds zat de Facebook groep, waar de krachten gebundeld zijn onder de naam “PO in actie”, op bijna 30.000 volgers. Inmiddels zijn dat er meer dan 37.500. Dit op een totaal aantal onderwijzers van om en nabij de 130.000 in het PO. Hieruit blijkt dat het verschil in salaris met VO leraren een onderwerp is dat leeft onder basisschool onderwijzers.
Onderzoek onvrede bij PO en VO
Of er meer onvrede is over de beloning in het PO dan in het VO, heeft Human Capital Group getoetst bij een grote scholengroep. Binnen deze scholengroep is een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd waarbij één van de stellingen direct betrekking had op beloning. Namelijk: “ik ben tevreden over de beloning die ik voor mijn werk ontvang”. De medewerkers konden deze stelling op een vijfpuntsschaal scoren, variërend van “helemaal mee eens” tot “helemaal mee oneens”. In het Primair Onderwijs is door 672 leraren een score gegeven op deze stelling. In het VO waren dat 742 leraren. Naar aanleiding van de informatie in het nieuws was mijn hypothese: er is een verschil in de tevredenheid over beloning tussen leraren in het PO en het VO binnen deze scholengroep.
Students t-toets
Om deze hypothese te kunnen testen is een t-toets gebruikt. Deze statistische toets kan worden gebruikt om na te gaan of er een verschil is tussen gemiddelden van twee groepen in een populatie. De grondlegger van deze toets was William Sealy Gosset, die werkte onder het pseudoniem Student. Hij werkte bij de Guinness brouwerij, en in 1908 werden zijn resultaten in een tijdschrift gepubliceerd. Omdat de Guinness brouwerij het gebruik van statistische methoden als een bedrijfsgeheim zag, gebruikte William Sealy Gosset het pseudoniem en is een veelgebruikte term voor de test “Students t-toets”.
Uitslag onderzoek PO en VO
De uitslag van deze Students t-toets laat zien of een verschil in gemiddelden significant is. Een veelgebruikte marge om dit significant te noemen is wanneer we met 95% zekerheid of meer kunnen zeggen dat er een verschil is in de gegeven scores. Dat is het geval wanneer de t-test een score geeft van 0,05 of lager (5% foutkans). De uitkomst van de t-toets kwam bij het vergelijken van de scores in dit onderzoek op 0,007 en dit ondersteunt de vooraf gestelde hypothese dat er een verschil is in de tevredenheid over beloning tussen leraren in het PO en het VO binnen deze scholengroep. Daarmee is er binnen deze scholengroep niet alleen een verschil in de beloning tussen het PO en VO, er is ook een verschil in de mate van tevredenheid over de beloning. De VO leraren zijn beduidend meer tevreden dan de PO leraren.
Gebruik t-test en HR thema’s
De t-test kan ook op andere HR thema’s worden ingezet en kan de basis vormen om op een vraagstuk verder in te zoomen. Voorbeelden zijn verschillen tussen mannen en vrouwen bij verzuimpercentages en het vergelijken van het percentage verloop of het aantal overwerkuren tussen afdelingen. Bij een significant verschil mag je statistisch gezien spreken van een verschil in uitkomsten en loont het de moeite om het vraagstuk nader te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld na het constateren van verschillen in verzuim door het doen van een diepgaander onderzoek op de afdeling met hoog verzuim.
Waar Gosset namens Guiness al in 1908 bezig was met het gebruik van statistische methoden om hypotheses te testen, is het gebruik van deze methoden in veel organisaties ruim 100 jaar later nog steeds een groot zorgenkindje, vooral op HR gebied. Naast de t-toets voor hypotheses zijn er heel veel andere manieren om relaties tussen variabelen vast te stellen en zelfs om toekomstgericht voorspellingen te kunnen doen. De kansen hiervoor zijn er. Het bovenstaande voorbeeld laat zien dat het minder moeilijk is dan het lijkt en het kan enorm veel houvast bieden bij het maken van (HR) beslissingen.