Op 10 december 2018 is er een wetsvoorstel aanpassing verdeling pensioenrechten bij echtscheiding ter consultatie gelegd. In dit wetsvoorstel worden twee wijzigingen voorgesteld ten opzichte van de huidige wetgeving. De standaard verdelingsmethode wordt straks conversie in plaats van verevening. En ook het partnerpensioen wordt straks alleen nog maar verdeeld over de huwelijkse periode.
Tot slot wordt de conversie automatisch uitgevoerd tenzij tijdig afwijkende afspraken worden gemeld.
Verevening van pensioenrechten
Momenteel is verevening van pensioenrechten de standaard verdelingsmethode volgens de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding.
Kort gezegd komt verevening erop neer dat beide ex-partners een (latente) claim krijgen op de helft van elkaars ouderdomspensioenrechten. Het gaat hier over de pensioenrechten opgebouwd gedurende de huwelijkse periode. Verder krijgen de ex-partners het volledige partnerpensioen opgebouwd tot datum echtscheiding van elkaar toegewezen. Hierin is dus ook de periode voor het huwelijk betrokken.
Hoe werkt dit in de praktijk? Stel dat Hans (56) en Grietje (48) gaan scheiden. Ze zijn op dat moment 25 jaar getrouwd. Hans heeft gedurende het huwelijk € 10.000 aan ouderdomspensioen opgebouwd en € 7.000 aan partnerpensioen. Daarnaast heeft hij nog € 1.500 aan partnerpensioen opgebouwd voor de huwelijkse periode.
Grietje heeft gedurende het huwelijk € 8.000 aan ouderdomspensioen opgebouwd en € 5.600 aan partnerpensioen. Zij heeft geen partnerpensioen opgebouwd voor de huwelijkse periode.
Bij verevening krijgen Hans en Grietje dus een recht op de helft van elkaars ouderdomspensioen. Hans heeft recht op € 4.000 van Grietje en Grietje heeft recht op € 5.000 van Hans.
Alleen blijven die rechten wel gekoppeld aan het leven en de keuzes van de oorspronkelijke eigenaar.
Dus als Hans op zijn 66-ste besluit met pensioen te gaan, krijgt Grietje een pensioenuitkering van
€ 5.000 op basis van die keuze van Hans. Hans krijgt nog helemaal niets van Grietje. Grietje is dan ook nog maar 58, die is nog lekker aan het werk. De claim die Hans heeft op de pensioenrechten van Grietje komen pas tot uitkering op het moment dat Grietje zelf besluit met pensioen te gaan. Misschien moet Hans daar nog wel 10 jaar op wachten!
Helemaal interessant wordt het als Hans op zijn 75-ste komt te overlijden, dus nog voordat Grietje met pensioen is gegaan. Nu stopt de ouderdomspensioen uitkering van Hans, ook de uitkering aan Grietje. Maar nu gaat het (bijzonder) partnerpensioen uitkeren, € 8.500 per jaar. Grietje wordt dus beter van het overlijden van Hans! Het houdt daar nog niet mee op, want nu Hans is overleden hoeft de helft van het ouderdomspensioen van Grietje niet meer aan Hans te worden uitgekeerd. Dit gedeelte komt ook nog eens terug naar Grietje. Als Grietje nu met pensioen gaat, krijgt ze naast de € 8.500 partnerpensioen ook nog eens haar volledige eigen ouderdomspensioen van € 8.000.
Bovenstaand voorbeeld is natuurlijk bewust een beetje extreem gekozen. Maar in de kern is het wel hoe de huidige wetgeving werkt. Nu is het regelend recht, dus de beide echtelieden kunnen ervoor kiezen om van deze verdeling af te wijken. Dit kunnen ze afspreken in de huwelijkse voorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Een van de andere methoden van verdeling waarvoor kan worden gekozen is conversie van pensioenrechten.
Conversie van pensioenrechten
Wanneer Hans en Grietje besluiten om niet volgens de methode verevening, maar volgens de methode conversie de pensioenrechten te gaan verdelen, dan krijgen ze allebei een eigen recht. Ze zijn niet langer afhankelijk van de pensioen keuzes van de ander en ook niet meer van het leven en overlijden. De te verdelen pensioenrechten uit bovenstaand voorbeeld worden geconverteerd (omgezet) in een eigen recht. Deze conversie gebeurt op actuariële grondslagen, waardoor bijvoorbeeld de € 5.000 ouderdomspensioen die overgaat van Hans naar Grietje niet precies een verhoging van € 5.000 betekent.
Maar Hans en Grietje kunnen nu wel zelf beschikken over de geconverteerde pensioenrechten. Als Hans op zijn 66-ste besluit met pensioen te gaan, dan gaat zijn eigen pensioen van € 5.000 op dat moment in, plus het geconverteerde pensioenrecht dat hij van Grietje heeft gekregen. En als Hans komt te overlijden heeft dat geen effect op de pensioenrechten van Grietje, zijn bijzonder nabestaandenpensioen heeft zij immers tijdens de verdeling op basis van conversie overgekregen.
Partnerpensioen alleen over de huwelijkse periode
Een andere voorgestelde aanpassing is dat het partnerpensioen voortaan ook alleen wordt verdeeld voor zover het tijdens de huwelijkse periode is opgebouwd. Momenteel wordt in de wettelijke verdeling ook het partnerpensioen van voor de huwelijkse periode meegenomen. Deze aanpassing brengt het partnerpensioen voor de te verdelen periode in lijn met het ouderdomspensioen.
Op zich is het logisch om deze periodes met elkaar gelijk te trekken. En dat er dan voor de huwelijkse periode gekozen wordt is natuurlijk ook te verdedigen. En aangezien ook het nieuwe wetsvoorstel regelend recht blijft, kan er in samenspraak nog steeds worden afgeweken van de wettelijke standaard.