Maak jij je constant druk over wat anderen van je vinden? — hoeft niet. Talloze studies tonen namelijk aan dat niemand bezig is met wat jij zegt of doet. Ze hebben wel iets belangrijkers aan hun hoofd: zichzelf. Wil je daarom je negatieve gedachten stoppen, sta daar dan bij stil — want net als anderen ben jij enkel met jezelf bezig.
Wat je leert in dit artikel.
in 5 minuten ontdek je dat jij je helemaal geen zorgen hoeft te maken wat anderen mensen over je denken. Ze hebben het namelijk druk genoeg met iets anders: zichzelf.
Wat je daar aan hebt.
Beseffen dat jouw negatieve gedachten niet altijd terecht zijn, laat een enorme last van je schouders vallen.
Hoe je dat doet.
Ontdek daarom eerst waar het precies bij jou mis gaat en lees vervolgens wat verschillende onderzoeken hierover te zeggen hebben. We sluiten af met hoe jij die negatieve spiraal kunt ombuigen tot positieve gedachten.
… maar om te beginnen:
Negatieve gedachten stoppen? Ben je hiervan bewust:
Je maakt je zorgen over wat mensen van je vinden. “Praat ik teveel? Te weinig misschien? Zijn mijn grapjes wel leuk genoeg? Kom ik te intens over of vinden ze me misschien verlegen?”
Deze irrationele gedachten komen ook vooral op op de momenten dat jij ze echt niet kunt gebruiken, bijvoorbeeld net voordat jij een belangrijke presentatie moet houden of wanneer je een sociaal evenement bijwoont.
Niet alleen leiden deze negatieve aspecten je ontzettend af, ze putten je ook uit. Omdat jij namelijk zo opgaat in je eigen gedachten, verlies je zicht op de plek en tijd waar jij je nu bevindt. Je bent zo bezig met hoe jij overkomt op anderen, dat je iedere oogwenk of grijns van een ander aanziet als een oordeel.
“Ah, ik zag haar blik wel. Ze vindt mijn opmerking vast en zeker suf.” En natuurlijk is het lastig om uit deze negatieve spiraal te komen, vooral wanneer je vroeg of laat je eigen negatieve gedachten gaat geloven, maar toch hoef jij je geen zorgen te maken over wat anderen van je denken:
… het blijkt namelijk dat ze helemaal niet aan je denken. Waarom? Omdat mensen voornamelijk aan zichzelf denken.
“Genoeg over mij. Laten we het over jou hebben — wat vind jij van mij?” Hoe dat zit? De wetenschap heeft het antwoord:
Onderzoek Verklaar: ”het interesseert niemand wat jij doet.”
In een onderzoek werden de onderwerpen en inhoud in een dagelijks gesprek onder de loep genomen. Wat bleek? In meer dan 87% van de gevallen ging het gesprek over onszelf en onze eigen perceptie van de wereld.
De studie toonde dan ook aan dat de belangrijkste reden waarom mensen een gesprek aanknopen, is zodat ze een individu zo veel mogelijk informatie over zichzelf kunnen vertellen.
Een studie, uitgevoerd door Harvard, sluit hierop aan. Zij halen daarnaast een fenomeen aan dat ze ‘ankering’ noemen — een neiging waarbij personen hun eigen ervaringen gebruiken als een leidraad om zo de ervaring van een ander te kunnen peilen. Een soort spiegelen, dus.
Stel je dus voor dat jij je echt niet op je gemak voelt op plekken waar veel mensen zijn. Maak je nou een praatje met iemand die jou vertelt over een groot evenement dat diegene heeft bijgewoond, dan ga jij er direct van uit dat het gaat om een negatieve ervaring. Jij vindt dat immers eng. Onbewust doe je dit, zonder erbij stil te staan dat die ander het misschien geweldig vindt om een groot feest bij te wonen.
Een andere, meer recente studie – uitgevoerd door Meyer & Lieberman – heeft een antwoord op de vraag waarom mensen enkel met zichzelf bezig zijn. Het blijkt namelijk dat er een bepaald gedeelte in het brein aanwezig is, dat actief wordt wanneer men rust en dus niet bezig is met externe zaken. Ditzelfde gebied licht echter op wanneer we aan onszelf denken of over onszelf praten.
Je brein is er dus op gemaakt om aan zichzelf te denken. Voor je brein voelt het namelijk fantastisch wanneer jij over jezelf praat. En al die ervaringen die jij hebt opgedaan? — die zijn ontzettend handig om anderen mee in te schatten. Onderzoek is het er dus unaniem over eens: we denken voornamelijk aan onszelf.
De oorzaak van al die negativiteit ben jezelf.
Wat je hier verder uit kunt concluderen is dat op de momenten dat jij onzeker bent omdat je denkt dat anderen op je letten, je in werkelijk je brein toestaat na te denken – en te oordelen – over zichzelf.
Wanneer jij er dus van overtuigd bent dat iemand je te verlegen vindt, of wanneer je denkt dat iemand je presentatie-skills ronduit slecht vindt, vraag je dan af wie dat denkt.
Jij.
Jij bent degene die zichzelf te verlegen vindt. Jij bent degene die jouw presentatie slecht vindt — niemand anders.
Het enige wat we je dan ook kunnen meegeven is dat jij geen enkel idee kan hebben over wat anderen van je vinden of hoe ze over je denken. Waar je echter wel van kunt uitgaan is dat de mensen waarvan jij je afvraagt hoe ze over jou denken, zich precies datzelfde afvragen — “wat vind hij of zij van mij?”
Negatieve gedachten stoppen door door deze vragen te stellen.
Dat betekent natuurlijk niet dat er nooit mensen zullen zijn die negatief over je denken. Laten we eerlijk zijn, je kunt vast wel een paar collega’s opnoemen die je af en toe flink dwars zitten.
Hierbij is het verstandig om te onthouden dat kritiek of negativiteit ook niet perse iets over jou zegt — in ieder geval, niet helemaal. Zoals we al eerder in dit artikel concludeerden, gebruiken mensen hun eigen ervaringen en overtuigingen om anderen te peilen.
Heb je dus regelmatig te maken met een collega die de ene sneer na de andere jouw kant op werpt, weet dan dat dit waarschijnlijk ook een vorm van ‘ankering’ is — de persoon is onzeker over zichzelf en uit dit richting jou door ook jou omlaag te halen.
De volgende keer dat je dus inderdaad te maken krijgen met een negatieve opmerking (en die dus niet alleen maar inbeeldt), vraag jezelf dan het volgende af:
“Wat zegt dit over die persoon? Welke negatieve gedachten hebben zij zelf die ze op mij proberen te projecteren? Welke onzekerheid spiegelen ze richting mij?” — dit zal je gegarandeerd helpen om die negatieve gedachten stoppen.
Kortom
Wanneer jij eindelijk inziet dat mensen helemaal niet bezig zijn met jou, maar eerder met zichzelf, valt er een enorme last van je schouders. Je hoeft je niet langer af te vragen wat diegene van je presentatie vond, of dat de manier waarop jij je koffie bestelde niet te enthousiast overkwam. Dat geeft vrijheid. Vrijheid om te doen waar jij je goed bij voelt, zonder er steeds over te moeten nadenken wat een ander daarvan vindt.
Deze gewaarwording zal echt niet over één nacht ijs gaan. Ook zullen er ongetwijfeld nog momenten komen waarop jij je nog steeds onzeker voelt — dat is oké. Zolang je beseft dat jij in principe degene bent die het oordeel velt, en niet iemand anders, zit dat wel snor.