Op de meeste werkvloeren zijn onderwerpen zoals vitaliteit, mentale gezondheid, te veel zitten en gezond eten geen onderwerpen die dagelijks besproken worden. Bedrijven denken namelijk nog te vaak dat vitaliteit een trend is, die bijvoorbeeld tijdens de ‘week van de vitaliteit’ even opduikt en weer verdwijnt. Dat is een gemiste kans. Vitaliteit moet namelijk meer zijn dan een wandeling tijdens de lunchpauze of een jaarlijkse workshop over stress; het moet een kernwaarde worden van de Nederlandse werkcultuur. Vanuit mijn expertise op het gebied van employee wellbeing sprak ik met Sven van Harberden, HR Talent Manager bij een groot internationaal adviesbureau, over de belangrijke rol van managers om vitaliteit een plek te geven in het dagelijkse werk.
Kari: Sven, allereerst, welke rol speelt het management volgens jou bij het implementeren van vitaliteit?
Sven: Aandacht voor vitaliteit is geen luxe, maar een musthave voor elke organisatie. Het management moet het niet zien als een extraatje, maar als een essentieel onderdeel van de bedrijfscultuur. Managers hebben de kracht om vitaliteit een boost te geven en te zorgen voor een bruisende, energieke werkplek waar medewerkers met plezier werken. Het begint bij het erkennen en promoten van het belang van vitaliteit, het hele jaar door. Daarin maakt een duidelijke visie op vitaliteit het verschil.
Kari: Het management heeft inderdaad die sleutelrol. Managers kiezen er immers voor om van vitaliteit een speerpunt te maken. Maar in deze tijd van hoge werkdruk, stress en burn-outs is een visie alleen niet genoeg. Er moeten concrete acties komen en hier komen managers in beeld. De vraag is dan: hoe doe je dat?
Sven: Het begint bij het creëren van een positieve werkomgeving waarin elke medewerker gezien en gehoord wordt, en openlijk over zijn of haar welzijn kan praten. Je kunt medewerkers nog zoveel workshops bieden met praktische tips en tools, maar als de omgeving niet positief of veilig is, gaat het effect daarvan verloren.
Kari: Dat ben ik helemaal met je eens. Bovendien heb je als manager een signalerende functie en zul je je voelsprieten moeten gebruiken.
Sven: Managers moeten inderdaad regelmatig, minstens één keer per maand, checken hoe het met hun collega’s gaat. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld aan de hand van een vragenlijst, maar vooral door erover te praten tijdens een-op-een gesprekken of teamoverleggen.
Kari: Wat is volgens jou de toegevoegde waarde van dit soort gesprekken?
Sven: In deze gesprekken ontdek je wat medewerkers nodig hebben op het gebied van vitaliteit. Dat is essentieel om echt impact te maken en ervoor te zorgen dat vitaliteit gaat leven onder je medewerkers. Misschien willen ze flexibele werkuren voor een betere balans of willen ze meer werken aan hun fysieke gezondheid en kun je hen hierin ondersteunen met de vergoeding van een sportabonnement.
Kari: Naast het belang van het afstemmen van initiatieven op de behoeften van je collega’s is het volgens mij ook cruciaal om hen de vrijheid te geven om vitaliteit op hun eigen manier vorm te geven. Door hen keuzes te laten maken, vergroot je hun betrokkenheid en motivatie om deel te nemen aan de activiteiten. Kijk daarbij ook goed welke interventies werken en welke niet, en hoe je externe support en partners kunt inzetten.
Sven: Klopt, je hoeft het als organisatie zeker niet helemaal alleen te doen. De kracht ligt in het aanbieden van initiatieven die passen bij de medewerkers, als individu en als team.
Kari: Leuk dat je ook het team noemt! Ik ben er namelijk echt van overtuigd dat vitaliteit een gezamenlijke missie is. Kijk maar naar hoe samen sporten elkaar kan motiveren en inspireren. Zo bleek uit ons onderzoek dat 57 procent van de werkenden samen sporten leuker vindt dan alleen.
Sven: Leuk om te zien dat dit ook uit jullie onderzoek naar voren komt. Ik hoor dit namelijk zelf ook vaak terug van collega’s. Wij bieden verschillende initiatieven voor teams aan, zoals sportevenementen, coaching of energy management workshops. Het is geweldig om te zien hoe teams samen kunnen praten over stress, elkaar daarin kunnen ondersteunen en ontdekken wat hen energie geeft. Medewerkers kunnen natuurlijk ook altijd individueel met dit aanbod aan de slag.
Kari: In de dagelijkse praktijk zie ik ook vaak dat het een slimme zet kan zijn om vitaliteit te integreren in bestaande initiatieven. Denk aan het toevoegen van een vitaliteitscomponent aan teambuildingsactiviteiten of het aanbieden van gezonde lunchopties. Zo wordt vitaliteit een natuurlijk onderdeel van de dagelijkse gang van zaken. Let er daarbij wel op dat je niet te krampachtig vasthoudt aan vaststaande initiatieven. Je wilt medewerkers namelijk ook de vrijheid geven om op hun eigen manier aan de slag te gaan met vitaliteit.
Sven: Precies. En managers moeten ook niet vergeten dat het niet groots of duur hoeft te zijn om impact te maken. Een schermvrij overleg of een wandeling zijn bijvoorbeeld kleine stappen die een groot verschil kunnen maken. Ik wil managers dan ook echt aanmoedigen om zich voortdurend te bedenken hoe ze een optimale omgeving kunnen creëren voor hun team waarin medewerkers zich kunnen blijven uitspreken en ontwikkelen. Besef je dat je een voorbeeldfunctie hebt, waarin je niet alleen praat over het belang van vitaliteit, maar ook met je eigen gedrag laat zien dat je dit belangrijk vindt. Het integreren van vitaliteit in je bedrijfscultuur vraagt tijd, aandacht en doorzettingsvermogen, maar levert uiteindelijk enorm veel op.
Kari: Helemaal mee eens! Uiteindelijk geloof ik er in dat fysieke vitaliteit, mentale vitaliteit én een open en eerlijke werksfeer samen the winning team vormen. Wanneer je als manager hier oprecht aandacht aan geeft, zul je duidelijk verschil merken.