Als we na de Coronacrisis blijven thuiswerken zoals we nu doen, dan zullen vooral jongere medewerkers daar last van hebben.
Dat blijkt uit een onderzoek onder leiding van HR-wetenschapper Kilian Wawoe van de Vrije Universiteit Amsterdam. Meer dan 7000 mensen werden gevraagd naar hun ervaring met verplicht thuiswerken en hoe ze het werk willen inrichten ná Corona. Het onderzoek is op woensdag 9 juni boekvorm verschenen en is op die dag aangeboden aan minister Wopke Hoekstra.
“We zien een groot verschil tussen de groepen jongeren tot dertig jaar en oudere medewerkers, waarbij de eerste groep vaker naar kantoor wil. Als je nog weinig kennis en netwerk hebt om op terug te vallen is thuiswerken lastig, zeker als je ook nog klein behuisd bent”, aldus Wawoe.
In de actuele discussie over werken na corona gaat het vooral over vaker op afstand werken omdat we hebben geleerd dat dat kan, waardoor ook de files in de toekomst tot een minimum beperkt worden. Wawoe: “Dat is natuurlijk geen slecht idee, maar er wordt een belangrijke groep in deze discussie vergeten. Het gesprek moet vooral gaan over goed doordachte plannen over werken op kantoor zodat de nieuwe generatie werknemers het vak leert en zich op z’n gemak voelt. In de coronacrisis zijn we geleid door een relatief kleine groep mensen die een koophuis hebben, een eigen werkkamer en voldoende kennis en netwerk hebben om op terug te vallen. Die groep moet niet bepalen hoe het verder moet. We kunnen beter eerst luisteren naar de groep die het in de lockdown het zwaarste had. Dat levert op de lange termijn niet alleen gelukkigere medewerkers op, maar zo zorgen we ervoor dat we jonge mensen sneller het vak leren.”
De FNV pleit ervoor om thuiswerken een recht te maken en er is een initiatiefwetvoorstel in de maak van D66 en GroenLinks waarin een werkgever thuiswerken niet kan weigeren tenzij er een zwaarwegende reden is. Volgens Wawoe is dit geen goed idee. “Autorijden leer je ook niet in je eentje. Werken is een ‘teamsport’, dus als een deel van het team thuis zit dan lijden juist jongeren daaronder”. Bovendien bleek uit het onderzoek dat verschillende generaties er andere manieren van communiceren op nahouden. Waar veertig-plus medewerkers graag bellen, doen millenials dat liever niet. Het gevolg is dat jongere medewerkers een grote barrière voelen om vragen te stellen aan collega’s die niet op kantoor zijn.
In zijn onderzoek pleit Wawoe voor een andere aanpak van het onderwerp ‘werken na Corona’. Het zou beter zijn als eerst de groepen aan het woord komen die de afgelopen maanden als zeer zwaar hebben beleefd. Daaronder vallen veel jongeren, maar ook collega’s die digitaal minder vaardig of eenzaam zijn. “Als acht van de tien collega’s graag veel thuiswerken en twee krijgen een burn-out, omdat ze niet goed kunnen werken dan vertellen statistieken niet het hele verhaal.” De groep die het moeilijk had moet eerst aan het woord komen, niet de groep die alle voordelen heeft gehad. Er is een groot tekort aan gekwalificeerd personeel in Nederland, dus we moeten een beetje zuinig zijn op elkaar.”