Stel: je hebt je sollicitatiegesprek tot in detail voorbereid. Maar dan is daar ineens de vraag: ‘Waar ben je niet zo goed in?’. Je wil natuurlijk zo goed mogelijk voor de dag komen en dan kan het gek voelen om over je minder goede eigenschappen te praten.
Slim kiezen
Tijdens een sollicitatiegesprek moet je jezelf verkopen. Natuurlijk moet je eerlijk zijn, maar je wil ook niet je eigen glazen ingooien. Daarom is het belangrijk dat je op zoek gaat naar de gulden middenweg. Stem je antwoord af op de functie. Als je solliciteert op een baan waarin je veel moet samenwerken, dan is het niet handig om aan te geven dat je niet echt een teamspeler bent. Als management assistent kun je beter niet zeggen dat je slecht bent in notuleren. Maar als je op een customer support functie solliciteert, dan is dit een stuk minder erg.
Valkuilen
De verleiding kan groot zijn om de vraag te beantwoorden met een positieve eigenschap, bijvoorbeeld door te zeggen dat je soms te hard werkt of te perfectionistisch bent. Het omzeilen van de vraag is een tactiek die je gesprekspartner waarschijnlijk al kent, en dit kan onnatuurlijk overkomen.
Een andere valkuil kan zijn dat je van de zenuwen iets benoemt waar helemaal niet naar gevraagd wordt. Bijvoorbeeld dat je een bepaald diploma niet hebt, wat helemaal niet in de functie-eisen staat. Het feit dat je uitgenodigd bent voor een sollicitatiegesprek betekent eigenlijk al dat je op papier gekwalificeerd bent. Maar door dingen te benoemen die je niet hebt, zet je je gesprekspartner misschien toch aan het denken.
Proactief antwoorden
Als er gevraagd wordt naar je zwakke punten, benoem dan de punten waarop je jezelf verder wilt ontwikkelen en hoe je dat gaat doen. ’Zo kom je lekker proactief over. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: Ik ben nog niet altijd even stressbestendig, maar ik heb hier al veel vooruitgang in geboekt door x, y en z te doen.’ Of: ‘ik wil graag beter worden in presenteren en zou om dit te oefenen graag interne trainingen willen geven in mijn nieuwe baan’’.