Vooral jonge collega’s zeggen vaak dat ze ‘een stap’ willen maken. Ze doelen dan op meer verantwoordelijkheid en vooral een zwaardere titel. En als dat niet snel genoeg kan, dan gaan ze ergens anders kijken. Een uitdaging voor managers, zeker in deze markt waarin je alles op alles zet om medewerkers te behouden. Hoe ga je hiermee om?
Je kunt een andere titel verzinnen. Een bonusregeling treffen. Nu wat extra verantwoordelijkheid geven en de stap in het vooruitzicht stellen als dat goed gaat. Zo stel je ambitieuze medewerkers weer even tevreden, maar het is als een pleister op een wond die eigenlijk gehecht zou moeten worden. Zodra de lijm uitgewerkt is, begint de wond weer te gapen als voorheen.
Op zoek naar de drijfveer
Een oplossing die op lange termijn betere resultaten geeft, maar managers vaak eng vinden, is het gesprek aangaan. Vraag gewoon eens: ‘Waarom wil je de stap maken?’ Sommigen hebben hier een mooi antwoord op, maar veel mensen niet. Ze hebben het gevoel dat ze ‘door’ moeten, dat hun functie een beperkte houdbaarheidsdatum heeft. Ze zien hun vrienden ‘stappen maken’ en hebben het gevoel dat ze achterblijven. En dat kan natuurlijk niet.
Zulke gesprekken zijn mooi, hoe ze ook lopen. Want bij een goed antwoord kun je iemand de kans geven. En als blijkt dat ‘de stap maken’ vooral om bevestiging, invloed of meetellen gaat, dan kom je daar samen achter. Al pratend ziet je collega ook in dat een nieuwe titel misschien niet precies is waar hij naar op zoek is.
Een voorbeeld? Laatst wilde een recruiter manager worden, omdat ze al drie jaar recruiter was. Niet omdat ze de behoefte had om een team te leiden. Na een open gesprek hierover vertelden we haar dat we voor iemand anders kozen. ‘Dat begrijp ik wel’, zei ze. ‘lk weet ook niet meer zeker of ik het wel wil.’
Het is nu ook al goed genoeg
De onrust die ik zie in voornamelijk in jonge collega’s, heb ik zelf ook gevoeld. Na nog geen twee jaar ben ik ook weggegaan. Waarom wist ik niet, alleen dat ik iets anders wilde. Het bleek geen goede zet en gelukkig mocht ik weer terugkomen. Want juist op mijn vertrouwde, veilige plek kon ik keihard groeien.
Als je wat langer hetzelfde werk doet, betekent dat allerminst dat je ‘achterblijft’. Sterker nog: in een functie waar je je veilig voelt en jezelf kunt zijn, vind je ruimte om stil te staan bij je ontwikkeling. Wie ben je, wat breng je? Waar krijg je energie van? Waar ben je goed in?
Wat ik mensen gun, is geduld en vertrouwen dat het nu al goed genoeg is. En een stukje bewustwording: zit de onrust in jezelf of komt die van buiten? Wil je omhoog omdat je denkt dat het bij je past of omdat dat van je verwacht wordt? Een goed gesprek met een manager kan hierbij verhelderend werken.
Grenzen verleggen vanuit een veilige haven
Als manager en ‘ervaringsdeskundige’ raad ik onrustige collega’s aan om alles uit hun huidige functie te halen. Want als je een leuke baan hebt waar je energie van krijgt en waar je je veilig voelt, dan kun je die veilige haven mooi gebruiken om te spelen, te experimenteren en je grenzen te verleggen.
We kijken samen waar iemand goed in is en zoeken uitdagende situaties op om die vaardigheden nog verder te trainen. Ga een presentatie geven aan een groep studenten. Pitchen bij een netwerkclub. Eerlijke feedback geven aan collega’s, omdat je het moeilijk vindt om je mening te geven. Een klant opbellen die niemand binnenkrijgt. Op bezoek gaan in plaats van e-mailen. Dit zijn allemaal mooie voorbeelden waarmee je jezelf verder brengt.
Wie op die manier te werk gaat, kan nog een hoop over zichzelf ontdekken. En zo komt er vanzelf een ‘stap’ die echt bij iemands kwaliteiten past. Dat kan een stap omhoog zijn, maar ook opzij. Verdieping of verbreding. Vrijwillig of betaald. Hoe de stap er ook uitziet, we zijn allemaal beter af als iemand hem neemt, omdat-ie bij de persoon past.