Vanuit mijn werk als HR consultant ben ik veel bezig met Strategische Personeelsplanning. Samen met managementteams breng ik in werksessies in kaart welke ontwikkelingen er op de organisatie af komen en in hoeverre het huidige personeelsbestand in staat is om met die ontwikkelingen om te gaan. Terwijl ik naar huis reed na zo’n sessie begon ik me af te vragen hoe dat eigenlijk voor mij zat. Welke ontwikkelingen komen er op mij- en het werk dat ik doe- af, en wat betekent dat dan voor mij? Hoe zou werk er in de toekomst uitzien?
Flexibele arbeidsmarkt
Als we kijken naar de rol van flexibilisering in de arbeidsmarkt, zien we dat daar al een aantal jaren een fikse verschuiving is te zien. Soms lijkt het wel alsof iedereen maar flexibel moet zijn, en zou de huidige generatie niet eens meer een vast contract willen. Zelf hoor ik bij die groep starters op de arbeidsmarkt, en heel eerlijk: Nee, ik zie het niet zitten om 40 jaar voor dezelfde werkgever te werken, en nee, ik vind het ook niet leuk om telkens dezelfde werkzaamheden te moeten doen; ik houd van afwisseling in mijn werk. Maar dat betekent niet dat ik niet op zoek ben naar een bepaalde vorm van vastigheid of commitment. Ik ben wel degelijk op zoek naar een werkgever die in mij wil investeren, bij een organisatie waar ik me kan ontwikkelen en waar mooie kansen en uitdagingen liggen. Bovendien heb ik toch ook wel behoefte aan enige continuïteit in inkomsten.
Vanuit werkgeversperspectief is de behoefte aan flexibele arbeidskrachten groot. Het werk wordt niet meer gevangen in functies. Juist het kunnen uitzetten van klussen maakt dat je als werkgever goed in kunt spelen op de behoefte van de markt. Hoeveel makkelijker is het om als werkgever een beroep te kunnen doen op je medewerkers, juist op dat moment dat je mensen nodig hebt. En hoe heerlijk is het als je dan ook nog eens de juiste man of vrouw voor de job hebt, omdat je gericht voor een specifieke klus iemand kunt werven. Maar moet dat persé met flexibele contracten, of kunnen we die twee werelden ook combineren?
Huidige vormen van flexibiliteit
We kennen verschillende vormen van flexibiliteit. In de literatuur wordt flexibiliteit grofweg opgesplitst in externe en interne vormen van flexibiliteit. Bij externe flexibiliteit kun je denken aan tijdelijke contractanten, uitzendkrachten en zzp constructies. Functieroulatie is een voorbeeld van interne flexibiliteit. Echter, in een wereld waarin we medewerkers van 45 als ‘oud’ bestempelen, is externe flexibiliteit voor medewerkers niet altijd even gunstig. Dit in overweging nemend, begon zich langzaam een nieuwe vorm van flexibiliteit in mijn hoofd af te tekenen.
Hoe kunnen we de arbeidsmarkt op zo’n manier inrichten dat er sprake is van vaste flexibiliteit?
Vaste flexibiliteit
Waarom niet inzetten op de flexibele vaste medewerker? Medewerkers, in ‘dienst’ van een netwerk van organisaties, die, op het moment dat een van de organisaties een klus heeft, doen waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. Medewerkers ook die het stokje overdragen aan iemand anders uit hetzelfde netwerk, zodra de werkzaamheden in een fase komen waar de ander veel beter in is. Een stukje jobcrafting dus, maar dan niet binnen een baan, maar rond werk en tussen organisaties. Waarbij voor de selectie de vragen “waar ligt je drijfveer,” “wat is je motivatie om dit tot een goed resultaat te brengen” en “op welke aspecten liggen jouw talenten” centraal staan, in plaats van de focus op opleiding(sniveau), ervaring en functie. En dat dan allemaal binnen de ‘veiligheid’ van een dienstverband, waarin training en ontwikkeling geborgd zijn, waarin een stukje sociale cohesie is en mensen een thuisbasis hebben. En van waaruit ook nog enige continuïteit in inkomsten gegarandeerd is.
Wellicht dat deze vorm van flexibiliteit bijdraagt aan een arbeidsmarkt waar niet het hebben van een baan centraal staat, maar waarin het werk dat gedaan moet worden, zo goed mogelijk verdeeld wordt. Waarbij te allen tijde de juiste mens op de juiste plek zit én die duurzaam houdbaar is voor zowel medewerkers als organisaties. Graag zou ik mijn hersenspinsels verder uitwerken, wie pioniert er met me mee?