Het aantal ontslagzaken afgehandeld door het UWV en bij de kantonrechter loopt al jaren terug. Dat heeft veel te maken met de – tot voor kort – sterke economie in Nederland en het gemak waarmee een arbeidsovereenkomst via een vaststellingsovereenkomst kan worden beëindigd.
Vooral het geringe aantal ontslagzaken bij de kantonrechter is opvallend.
27% minder ontslagen via de kantonrechter
De kantonrechter beslist over ‘in de persoon’ van werknemer gelegen ontslaggronden, zoals disfunctioneren, verwijtbaar handelen van werknemer of een verstoorde arbeidsrelatie. In 2019 zijn door de kantonrechters in totaal 1230 einduitspraken gedaan over ontslagzaken. Dat is een verlaging van ruim 27% ten opzichte van 2018, toen er sprake was van 1689 einduitspraken (*). Deze trend is al een aantal jaren gaande. Zo was in 2017 sprake van 2720 ontbindingsbeschikkingen en 3752 stuks in 2016.
Oorzaak afname ontslagzaken bij de kantonrechter
Omdat kantonrechters – anders dan het UWV – niet oordelen over ontslag om bedrijfseconomische redenen, zal ‘de stand der economie’ geen rol spelen bij de daling van het aantal zaken. De afname van het aantal ontslagzaken zal te maken hebben met de grotere voorspelbaarheid van ontslagzaken na invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) medio 2015. De WWZ heeft het ontslagrecht voor werkgevers en werknemers duidelijker gemaakt . Zo zijn er regels opgesteld ten aanzien van de redenen van ontslag en de ontslagvergoeding. Deze duidelijkere regelgeving maakt het voor de werkgever en werknemer eenvoudiger zelf tot een ontslagregeling te komen. Immers: als de uitkomst van een zaak beter te voorspellen is, zal er minder behoefte zijn de zaak voor te leggen aan de rechter. Dat blijkt ook uit de cijfers: sinds de invoering van de WWZ is het aantal procedures bij de kanonrechter met bijna 70% gedaald!
Zal door invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) het aantal ontslagzaken toenemen?
Per 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) ingevoerd. Onderdeel van die wet is dat voortaan ontslagredenen met elkaar gecombineerd kunnen worden. Zo kunnen redenen die voor 1 januari 2020 nog niet voldoende waren voor ontslag ( de zogeheten onvoldragen ontslaggrond ) nu mogelijk wel voldoende zijn voor ontslag als de onvoldragen ontslaggronden met elkaar gecombineerd worden. Denk bijvoorbeeld aan een werknemer die vanwege een onvoldoende dossieropbouw niet om reden van disfunctioneren ontslagen kan worden. Als er tevens sprake is van een (enigszins) verstoorde arbeidsrelatie kan de rechter toch besluiten de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Wel moet er volgens de rechter dan sprake zijn van een situatie waarbij van de werkgever niet kan worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst nog langer wordt voortgezet.
Omdat van te voren lastig is in te schatten in welke gevallen de kantonrechter de ‘combinatie’ van onvoldragen ontslaggronden voldoende zal vinden voor ontslag, wordt de uitkomst van een procedure minder voorspelbaar. Gevolg kan dan zijn dat werkgever en werknemers hun kans zullen ‘wagen’ bij de rechter. Ofwel, waar de duidelijke regelgeving van de WWZ het aantal ontslagzaken deed afnemen, ligt na invoering van de WAB een stijging van het aantal ontslagzaken bij de rechter in het verschiet.
(*) bron: P.Kruit, en I.H. Kersten, Statistiek Ontbindingsprocedure 2018-2019, Arbeidsrecht 2020/3