Oudere medewerkers zijn vaker ziek, minder productief en minder flexibel. Dergelijke vooroordelen hoor je vaak. Maar zijn oudere medewerkers echt minder aantrekkelijk? Uit verschillende onderzoeken blijkt het tegendeel. Tijd dus om deze vastgeroeste opvattingen overboord te gooien.
Nederland krijgt in de komende jaren nog meer te maken met structurele tekorten aan gekwalificeerd personeel. Het slagveld van de oorlog op de arbeidsmarkt zou wel eens een stuk minder ‘wreed en bloederig’ kunnen uitpakken als organisaties hun schaarste aan personeel te lijf gaan door de inzet van andere medewerkers dan waar zij zich nu op richten. Denk aan langdurig werklozen, herintreders, personen met een andere etnische achtergrond, vluchtelingen, 65-plussers en jongeren zonder startkwalificatie. In Nederland spreken we dan over ‘benutbare mogelijkheden’ en het activeren van ‘slapend arbeidspotentieel’.
In het verdomhoekje
De praktijk leert, uitzonderingen daargelaten, dat medewerkers uit bovengenoemde doelgroepen niet of te weinig benaderd, laat staan geselecteerd, worden. Een veelgehoorde reden is dat de kennis en ervaring van deze personen onvoldoende aansluiten bij de wensen van de werkgever. Maar is dat de werkelijke reden dat bijvoorbeeld oudere medewerkers net niet in het verdomhoekje staan? De animo van organisaties om ouderen aan te moedigen om tot (en na!) hun 67e door te werken, is nog steeds gering.
Kansen creëren voor werkloze ouderen
Onderzoek leert dat oudere medewerkers vaker ziek zouden zijn, niet meer mee kunnen komen met moderne technologie en minder productief zijn. Het probleem is echter dat dit in veel gevallen stereotypen zijn die zeker niet op waarheid berusten. Als bijvoorbeeld naar het ziekteverzuim wordt gekeken, dan is bekend dat ouderen wel langer, maar ook minder vaak verzuimen. Onderzoek van TNO heeft verder uitgewezen dat ouderen in dezelfde functie net zo productief kunnen zijn als jongeren. Andere voordelen van ouderen zijn hun loyaliteit en extra kennis en ervaring.
Duurzame inzetbaarheid
Naast het betaalbaar houden van de sociale voorzieningen, wordt het noodzaak dat medewerkers vanwege tekorten op de arbeidsmarkt langer moeten doorwerken. HR-thema’s als talentmanagement voor alle levensfasen, strategische personeelsplanning en duurzame inzetbaarheid staan momenteel dan ook volop in de schijnwerpers. Maar op dit moment zitten ook – en nog steeds veel – oudere medewerkers werkloos thuis en gaat menig medewerker op zijn vijftigste al ’geestelijk met pensioen’. Veelal gaat het hierbij om medewerkers die in het verleden voor een enkele functie zijn aangenomen, terwijl in de huidige tijdgeest behoefte is aan een brede inzetbaarheid.
Voor veel organisaties zal het verhogen van de productiviteit, inzetbaarheid en vitaliteit voor deze doelgroep dan ook een inhaalslag betekenen. Denk aan de uitspraak van Godfried Bomans: ‘Vroeger was iemand die oud was, iemand die er was. Nu is dat iemand die er bijna is geweest.’
Toegevoegde waarde
Natuurlijk zijn er voorbeelden te over van zeer gemotiveerde en betrokken oudere medewerkers. Door hun jarenlange werk- en levenservaring zijn zij van grote toegevoegde waarde voor menig organisatie. Het klopt dat met het ouder worden de snelheid van waarnemen en informatieverwerking afnemen. Ook neemt de fysieke kracht af, neemt de herstelperiode toe en hebben onregelmatige werktijden een grotere (negatieve) invloed op de vitaliteit van de oudere medewerker. Daarentegen brengen oudere medewerkers wel veel en gerijpte werkervaring mee, kunnen zij vaak beter relativeren en een uitdaging vanuit verschillende invalshoeken beschouwen.
Niet meer van deze tijd
Ouder worden gaat vanzelf en is van alle (leef)tijden. Onze nationale dichter Vondel schreef enkele toppers na zijn tachtigste, Picasso schilderde zijn meesterwerken op latere leeftijd en The Rolling Stones zijn nog steeds de beste live band ter wereld.
Dat de oudere medewerker minder waardevol is, is een misvatting die al jaren niet meer van deze tijd is. Het is te hopen dat meer werkgevers daarvan doordrongen raken, want het is een fabel dat ouderdom per definitie leidt tot een lagere productiviteit.
Uit onderzoek blijkt namelijk dat ouderen productiever zijn als zij net zo veel scholing krijgen als jongere collega’s. En daar zit ’m de kneep. Zij volgen nog steeds aanzienlijk minder cursussen dan jongeren. En als zij dat wel doen, dan gaat het veelal om een korte cursus op het eigen vakgebied.
In dit licht bezien, is het niet vreemd dat hun weerbaarheid, wendbaarheid en productiviteit afneemt. En zie daar de voedingsbodem voor negatieve beeldvorming. Door verkeerde vooronderstellingen over ouderen wordt er onjuist beleid ontwikkeld.
Meester-gezelrelaties
In steeds meer organisaties in Nederland, zeker in de techniek, ontstaan er zogenaamde meester-gezelrelaties waarin oudere medewerkers hun kennis en werkervaring met de toetredende en minder ervaren medewerkers delen. Op deze wijze wordt het vakmanschap opgewaardeerd. Zonder te stigmatiseren maken deze organisaties van de nood een deugd, dat zouden meer organisaties moeten doen!