Wie ‘nee zeggen’ heel lastig vindt, dweilt met de kraan open als het op zijn of haar werk aan komt. Je kunt jezelf nog zo efficiënt organiseren – als er structureel meer binnen komt dan je redelijkerwijs kunt verwerken, blijf je achter jezelf aan hollen.
Wat is er toch zo lastig aan nee zeggen?
Een klein woordje, slechts één letter meer dan ‘ja’. En toch is het voor veel mensen heel spannend om het uit te spreken. Zelfs als het gaat om taken die eigenlijk niet eens bij hun functie horen, of degene die het vraagt onredelijk is.
Denk bijvoorbeeld aan collega’s die structureel te laat zijn met hun vraag of input, waardoor jij langer moet blijven of je uit de naad werkt om jóuw deel op tijd af te hebben.
Dat wordt nog lastiger in een ondersteunende functie, zoals bijvoorbeeld een secretaresse. Hun vak is het om andermans productiviteit te optimaliseren, in een omgeving die heel veel ad hoc-taken voor hen produceert. En hoewel het percentage van dergelijke ad hoc-taken voor een secretaresse altijd relatief hoog is, kan het ook zijn dat hun collega’s te weinig vooruit denken, niet goed plannen of dingen afschuiven waarin ze zelf geen zin hebben.
‘Nee kunnen zeggen’ is dus voor een secretaresse een hele nuttige vaardigheid.
De afgelopen maand gaf ik een training aan een secretaresseteam, waarin dit onderwerp ook voorbij kwam. Aan bod kwam het concept van een overtuiging: een beeld dat de meeste mensen hebben, bewust of onbewust, over hoe ze hun functie horen uit te voeren.
Je overtuigingen in je werk kleuren hoe je kijkt naar situaties en naar je eigen functie. Die bril is heel persoonlijk en ontstaan door alle ervaringen uit het verleden. Hij is niet goed of niet fout, maar kan je wel flink in de weg zitten.
Kijk maar eens naar de redenen die de basis waren voor deze secretaresses om géén nee te gaan zeggen tegen een vraag of verzoek:
1-Ik zeg geen nee, want ik kan het sneller dan die collega het kan
2-Ik zeg geen nee, want ik vind het leuk om mensen te helpen
3-Ik zeg geen nee, want ik vind hem aardig
4-Ik zeg geen nee, want het hoort bij mijn functie om te helpen
5-Ik zeg geen nee, want ik kan het er wel bij hebben, ook al is het niet mijn verantwoordelijkheid
6-Ik zeg geen nee, want iemand teleurstellen is vervelend
7-Ik zeg geen nee, want als ik het niet doe, wie doet het dan wel?
8-Ik zeg geen nee, want dan doe ik mijn werk niet goed
9-Ik zeg geen nee, want voor wat hoort wat
10-Ik zeg geen nee, want ik hou ervan om te ontzorgen
Al die redenen kun je doortrekken naar de overtuigingen die onder die uitspraken liggen:
1-Degene die een taak het snelste kan, is degene die het moet uitvoeren
2-Als je mensen graag helpt, moet je altijd ja zeggen
3-Tegen aardige mensen zeg je geen nee
4-Iemand in een ondersteunende functie mag geen nee zeggen
5-Als ik ruimte in mijn schema heb, moet ik dat vullen met taken, ook als ze niet bij mij horen
6-Ik mag niemand teleurstellen
7-Ik mag pas nee zeggen als er iemand anders is om de taak over te nemen
8-Je doet je werk pas goed als je altijd ja zegt
9-Als iemand iets voor mij heeft gedaan, kan ik daarna niet weigeren als hij iets vraagt
10-Als je houdt van ontzorgen, moet je altijd ja zeggen
Zijn die overtuigingen allemaal even redelijk? Allemaal even houdbaar als je ze kritisch bekijkt? Zeker niet!
Ze zijn de moeite waard om te onderzoeken, want als ze je in de weg staan, ben je je eigen vijand.
Efficiency is misschien wel je vriend, maar je overtuigingen zijn net zo goed een belangrijke factor in het slimmer werken.
Wil je in jouw team eens kritisch kijken naar hoe jullie slimmer kunnen werken?