De volgende stereotypes zijn alom bekend: Goede CEO’s zijn extrovert. Ze promoten zichzelf. Ze nemen risico’s. Maar kloppen deze veelgehoorde stereotypes wel? Experts als wij zijn op het gebied van persoonlijkheidsbeoordeling en leiderschapsadvies op de werkplek, hebben we drie belangrijke mythes ontdekt die bijdragen aan het idee van de perfecte CEO. We hebben inhoudelijk bekeken of succes in die functie het gevolg kan zijn van deze wijdverbreide opvattingen.
Mythe 1: Charisma is de belangrijkste karaktereigenschap van een CEO
Op de vraag aan welke karaktereigenschappen een perfecte CEO moet voldoen, verwijzen veel mensen naar kenmerken zoals ambitieus, resultaatgericht, gedreven, en vooral, charismatisch. Charisma is een zeer aantrekkelijke eigenschap bij leidinggevenden, maar houdt wel rechtstreeks verband met narcisme. Sterker nog, het verband tussen charisma en narcisme is groter dan tussen lengte en gewicht. Personen die zelfverzekerd, slim, charismatisch, interessant en politiek onderlegd lijken, krijgen vaak promotie. In hun nieuwe leidinggevende functie kunnen deze mensen echter zelfzuchtige beslissingen maken, grote risico’s nemen, chaos creëren en het bedrijf ruïneren. Uiterst charismatische leidinggevenden lijken soms strategisch ambitieuzer, maar zijn minder doeltreffend als leider.
Charisma correleert weliswaar met een succesvolle carrière, maar bescheidenheid is een veel betere indicator voor effectief leiderschap. Bescheiden managers kennen hun sterktes en beperkingen, accepteren feedback, bevorderen samenwerking en zijn effectievere leidinggevenden. Bescheiden leidinggevenden creëren bovendien vaak engagement, behouden goed talent, hebben een langere loopbaan dan arrogante collega’s, en hun bedrijven blijven ook na hun vertrek goed presteren, omdat bescheiden leidinggevenden dikwijls een opvolgingsplan instellen.
Mythe 2: Een echte CEO faalt nooit
Ongeacht hoe hard we proberen te slagen, falen hoort nu eenmaal bij het leven. Een goede CEO is te herkennen aan hoe er met falen wordt omgegaan, in tegenstelling tot of iemand faalt. Hoe mensen reageren op opgedane ervaringen is van groot belang voor bedrijven en is een belangrijke bepalende factor voor zowel carrière- als bedrijfssucces. Veel CEO’s gaan verkeerd met falen om en reageren er ongepast op. Ze vinden het moeilijk om er lessen uit te trekken, waardoor fouten uit het verleden continu herhaald worden. De gevolgen zijn vaak negatief als CEO’s op egoïstische wijze schuld toekennen of in de verdediging gaan. Ze verliezen bijvoorbeeld het vertrouwen of respect van hun collega’s en medewerkers. Gebrek aan veerkracht of een teveel aan zelfkritiek kan echter stagnerend werken voor hun carrière.
CEO’s die een productieve leiderschapsomgeving willen stimuleren en scheppen, moeten deze impulsen herkennen en overwinnen en moeten leren van persoonlijke én beroepsmatige fouten. Gelukkig kunnen CEO’s stappen ondernemen om hun reactie op mislukkingen te verbeteren, door bijvoorbeeld zelfbewustzijn te ontwikkelen, betrouwbare bronnen om feedback te vragen en nieuwe strategieën te benutten om tegenslagen te verwerken.
Mythe 3: CEO’s hebben bovennatuurlijke krachten
Top-CEO’s blinken meestal uit op vier manieren, die allemaal neerkomen op het uitstralen van vertrouwen en volgerschap; geen bovennatuurlijke kwaliteiten dus. Ze demonstreren beoordelingsvermogen, integriteit, geloofwaardigheid en ondersteuning. Wat deze vier kwaliteiten gemeen hebben, is dat de ‘perfecte’ CEO vaak op meerdere niveaus vertrouwen uitstraalt door concurrerende eisen die zich in een spanningsveld bevinden op elkaar af te stemmen. Wees een visionair, maar ook bescheiden; ondersteun mensen, maar roep hen ook ter verantwoording; wees daadkrachtig en snel, maar ook zorgvuldig. De rol van CEO is een oefening in paradox, zoals koorddansen op grote hoogte. Om Darwin te parafraseren: het is niet de sterkste, noch de intelligentste die overleeft. Het is degene die zich het best kan aanpassen aan verandering.