Een manager die als een ouderwets baasje de lakens uitdeelt, kom je tegenwoordig niet vaak meer tegen. Gelukkig maar, want een minder directieve leiderschapsstijl zorgt voor meer betrokken en zelfstandige medewerkers die vaker zelf verantwoordelijkheid nemen. Dat vraagt om coaching door de manager. In onze vorige blog kon je lezen hoe coachend leidinggeven averechts kan werken. In deze blog laten we zien hoe het dan wél moet. Je leest de drie onmisbare skills voor een coachingsgesprek met je medewerker of collega.
Skill 1: kijk verder dan het topje van de ijsberg
Wat we weten, is dat we veel niet weten. Wees je daarvan bewust als je een coachingsgesprek aangaat. Je kunt het zien als een ijsberg. Wat iemand tegen je zegt, is slechts het topje van de ijsberg, de rest ligt onder water. Denk hierbij aan overtuigingen, normen en waarden, eigenschappen en motieven. Stel je bent in gesprek met een werknemer die de boekhouding doet voor jouw bedrijf en haar werk goed doet. Jij bent tevreden en ze geeft zelf ook aan dat het goed gaat (topje van de ijsberg). Door vragen te stellen en op zoek te gaan naar wat er zich onder water afspeelt, blijkt dat ze ook goed out of the box kan denken en eigenlijk meer zou willen doen met haar creativiteit. Vervolgens ga je samen het gesprek aan over hoe ze die creativiteit kwijt kan in haar werk.
Maak dus bespreekbaar wat de ander níet benoemt. Vertel hoe de ander op jou overkomt en controleer vervolgens of ze zich hierin herkent. Zo check je of je de boodschap goed hebt geïnterpreteerd en jullie dus op dezelfde lijn zitten.
Skill 2: kom tot een gelijkwaardige dialoog
Hoewel je als manager en werknemer per definitie nooit helemaal op hetzelfde niveau staat, is het bij een coachingsgesprek belangrijk om ervoor te zorgen dat het een gelijkwaardig gesprek is. Door te Luisteren, Samen te vatten en Door te vragen (LSD-methode) breng je rust en structuur aan in een gesprek. Luister actief naar de ander en durf stiltes te laten vallen. Vat het verhaal samen en stel korte controlevragen om te checken of je de ander goed hebt begrepen. Vraag vervolgens door om meer informatie te krijgen (denk aan de ijsberg) en tot de kern van het gespreksonderwerp te komen. Vel geen oordeel over wat je hoort, ook als je vindt dat het een andere richting op zou moeten gaan, maar stel open vragen om de ander aan het denken te zetten en de dialoog gelijkwaardig te houden.
Je hoeft geen oplossingen aan te dragen.
Skill 3: maak SMART-afspraken
Aan het einde van het coachingsgesprek ben je meer te weten gekomen over de motieven van de ander en ben je daar samen dieper op ingegaan. Je hoeft geen oplossingen aan te dragen -juist niet!- want je wilt de ander aanzetten tot actie. Dit doe je door vragen te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Hoe zorgt dit idee ervoor dat jouw doel wordt bereikt?’ of ‘Wat is het eerste wat je nu gaat doen?’ Maak de afspraken SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Bij een SMART-afspraak is de kans het grootst dat de afspraak wordt nagekomen en het gestelde doel wordt behaald.
