Jongeren en studenten die af en toe een dag in loondienst willen werken en daarvoor direct betaald willen worden, worden fiscaal ongunstiger behandeld dan leeftijdsgenoten die dezelfde werkzaamheden als zzp’er verrichten. Dit gebrek aan level playingfield duwt jongeren als het ware naar de zzp-bemiddelingsplatforms en maakt het voor hen lastiger om normale werkervaring op te doen.
In Nederland zijn diverse bemiddelingsplatformen actief die vraag en aanbod naar incidenteel en flexibel werk bij elkaar brengen. Het gaat daarbij vaak om klussen voor een dag of meerdere dagen in de week, om drukte of vervanging van personeel bij bedrijven op te vangen. Naar dit type werk is vooral veel vraag bij jongeren en studenten die om uiteenlopende redenen geen vaste parttimebaan van meerdere dagen kunnen nemen, bijvoorbeeld omdat die niet te combineren is met hun studie of opleiding.
Op dit moment kunnen werkstudenten of andere parttimers die op een snelle manier wat willen bijverdienen kiezen uit twee ‘smaken’. De eerste optie is aanmelding bij een platform waar ze in loondienst komen. Dat betekent dat het platform alle wettelijk verplichte afdrachten doet, regelt dat de werkstudent verzekerd is en tevens zorgdraagt voor de bijbehorende administratie (loonstroken, jaaropgaven enz.). Uitbetaling (inclusief het vakantiegeld) geschiedt doorgaans de eerstvolgende werkdag nadat de werkzaamheden zijn afgerond. Dat geldt ook als binnen een week meerdere dagen is gewerkt.
Het alternatief is aanmelding bij een platform dat werkstudenten en parttimers beschouwt als zzp’er. Dat houdt in dat de verplichtingen die uit het arbeidsrecht voortvloeien op het bordje van de zpp’er zelf terechtkomen. Ofwel: die moet zelf zorgen voor het afdragen van de belasting, het regelen van een verzekering, het bijhouden van de eigen administratie en het opbouwen van pensioen. Als ervaren professional is dat geen probleem maar voor jongeren en studenten een hele kluif.
Hoge prijs
Omdat de loondienstplatformen loonheffing afdragen, ontvangen bijverdieners een netto-uurloon dat lager ligt dan het uurtarief dat concurrerende platforms bieden die hetzelfde type werkzaamheden op zzp-basis aanbieden. Dat is op zich geen probleem, alleen belast de Belastingdienst uitbetaling per dag fiscaal zwaarder dan bijvoorbeeld uitbetaling per week of maand. Bij een bruto dagloon van 75 euro en één dag werken scheelt dit bijna 5 euro aan extra inhouding van loonheffing. Het maakt daarbij niet uit of de werkstudent een dag heeft gewerkt, of een aantal dagen in dezelfde week.
In feite geeft de Belastingdienst hiermee een onbegrijpelijk signaal af, namelijk dat af en toe een dag in loondienst werken geen zoden aan de dijk zet. Immers, door de opstelling van de Belastingdienst betalen werkstudenten voor de wettelijke bescherming waar ze feitelijk recht op hebben een relatief hoge prijs, in de vorm van een (door extra belasting) relatief laag netto uurloon. Weliswaar kan na afloop van het jaar de teveel ingehouden loonheffing worden teruggevraagd, maar dit is een extra administratieve handeling die belastend is voor zowel de werkgever, de werknemer als de Belastingdienst zelf.
Samengevat: de Belastingdienst lijkt door haar opstelling jongeren, studenten en andere bijverdieners eigenlijk aan te moedigen om als zzp’er aan de slag te gaan. Gezien de vele haken en ogen aan de – meestal gedwongen – zzp-status van deze bijverdieners is deze opstelling niet goed te begrijpen en zelfs kwalijk. Immers, zoals uit de nota Borstlap valt op te maken is er in deze markt geregeld sprake van misstanden.
Juist af en toe kortstondig in loondienst werken maakt voor jongeren de stap naar de gewone arbeidsmarkt kleiner. Dat is een maatschappelijk belang waarvoor de fiscus geen oog lijkt te hebben.