Een 49-jarige conciërge werkt elf jaar bij het Assink lyceum in Haaksbergen wanneer de politie een kweekbak met meer dan de vijf wettelijk toegestane hennepplanten bij hem thuis aantreft. De school dient een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de kantonrechter in.
De feiten
Op 10 november 2015 heeft de politie huiszoeking gedaan in de woning van de conciërge, waar een kweekbak met 47 hennepplanten is aangetroffen. De conciërge is van 10 tot en met 12 november 2015 vastgehouden door de politie in verband met verboden hennepteelt. Na zijn vrijlating heeft de conciërge in een persoonlijk gesprek op 13 november 2015 zijn leidinggevende op de hoogte gesteld van het gebeurde.
Bij brief van 26 november 2015 heeft Assink de conciërge op de hoogte gesteld van het voornemen hem te schorsen. Op 1 december 2015 heeft een zienswijze gesprek plaatsgevonden, waarna Assink op 9 december 2015 een definitief besluit heeft genomen.
Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is ingediend op 31 december 2015.
Het verzoek van de school
Aan het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst legt Assink ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – verwijtbaar handelen van de conciërge, zodanig dat van Assink redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ter onderbouwing daarvan heeft de Assink het volgende naar voren gebracht.
Assink heeft de conciërge in eerste instantie geschorst om zich te kunnen beraden op verdere stappen. Daarbij is geprobeerd – zowel in het belang van de school als van de conciërge – om te voorkomen dat al het personeel en alle leerlingen op de hoogte zouden raken van de gebeurtenissen.
In november 2015 blijkt reeds dat er geruchten zijn rondom de aanhouding van de conciërge, omdat twee medewerkers van de school daarover worden aangesproken. In december 2015 worden vragen gesteld door leerlingen en ouders. Een moeder stelt dat iemand die een dergelijk vergrijp heeft begaan niet meer op een school kan werken, omdat hij geen verklaring van goed gedrag meer kan krijgen. Assink concludeert dat zij als school potentiële schade dreigt te ondervinden, indien bij ouders het beeld ontstaat dat de school niet het veilige kader en het gewenste pedagogische klimaat biedt dat ouders zoeken. Een conciërge vervult een voorbeeldfunctie binnen de school. Een negatieve beeldvorming zou kunnen leiden tot minder aanmelding van leerlingen voor het schooljaar 2016-2017, of tot het van school halen van ingeschreven leerlingen. Daling van de leerlingenaantallen zal negatief doorwerken op de bekostiging van het onderwijs, en daardoor tot minder formatieruimte en minder onderwijskwaliteit leiden.
Het verweer van de conciërge
De conciërge verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Hij voert daartoe – samengevat – het volgende aan.
De conciërge erkent dat de politie bij hem thuis 47 hennepplanten heeft aangetroffen, maar betwist dat er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van hem, zodanig dat het van Assink niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Assink wil de arbeidsovereenkomst ontbinden uit vrees voor potentiële schade. Dat de door de school geschetste gevolgen zich zullen voordoen is echter niet aannemelijk. Een beperkt aantal leerlingen en ouders heeft vragen gesteld, maar concrete aanwijzingen dat er gevolgen zullen optreden met betrekking tot de aantallen leerlingen zijn er niet. Zelfs als er minder nieuwe aanmeldingen zouden komen voor volgend jaar, staat niet vast dat dat is veroorzaakt door het handelen van de conciërge. Assink is onlangs ook negatief in het nieuws gekomen wegens cyberpesten. Verder is van belang dat het handelen van de conciërge in de privésfeer heeft plaatsgevonden. Van een verzwaarde zorgvuldigheidsplicht voor de conciërge uit hoofde van zijn functie is geen sprake.
Indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt de conciërge om toekenning van de transitievergoeding van € 10.013,00.
Het oordeel van de kantonrechter
Niet in geschil is dat de politie bij de conciërge thuis 47 hennepplanten heeft aangetroffen, welk aantal de op grond van het gedoogbeleid toegestane 5 planten voor eigen gebruik ruim overtreft. Ook is tussen partijen niet in geschil dat deze feiten bij een aantal mensen, waaronder leerlingen van Assink, bekend zijn geworden. De kantonrechter begrijpt dat er voor Assink veel aan gelegen is dat ouders de school als een veilige omgeving beschouwen met een zo gunstig mogelijk pedagogisch klimaat. Dat er ouders zijn die het onwenselijk vinden dat een medewerker in deze situatie aan Assink verbonden blijft, is niet onbegrijpelijk. Om hoeveel ouders dat gaat en of dat direct zal leiden tot minder leerlingen, is daarvoor niet relevant. Het gaat erom dat Assink een gerechtvaardigd belang heeft om in het belang van de school de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen.
Financiële consequenties
Het salaris van de conciërge bedroeg ten tijde van het ontslag €2.263,00 exclusief 8% vakantietoeslag en 7,4% eindejaarsuitkering. Bij ontslag verzoekt de conciërge om toekenning van een transitievergoeding van € 10.013,-.
Volgens de CAO hebben werknemers in dit soort gevallen recht op de WOVO, een aanvulling op de WW. Daarom is de rechter van oordeel dat de conciërge geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding. Onduidelijk is echter of de conciërge een WW uitkering krijgt toegekend, waarmee dan ook de WOVO komt te vervallen.
Ten slotte moet de conciërge, evenals de school, de eigen proceskosten dragen.