Het bedrijfsleven heeft lange tijd veel waarde gehecht aan ‘harde’ vaardigheden als vakkennis, commerciële vaardigheden en analytisch vermogen. Maar bedrijven die zowel maatschappelijk als economisch relevant willen blijven, moeten die blik veranderen. ‘Softe’ skills zijn belangrijker dan ooit.
Organisaties worden ‘betekenisvol’
De ‘digital transformation’ verandert onze economie grondig. Het vervaagt de grenzen tussen mensen, internet en de fysieke wereld. Voor een echte digitale transformatie is meer nodig dan technologie. Het grijpt ook diep in op organisaties, processen en mensen.
Die transformatie heeft bovendien vaak een maatschappelijke grond. Er vindt momenteel een verschuiving plaats van grote multinationals, actief in meerdere industrieën, naar kleinere, zogenoemde ‘meaningful’ organisaties.
Meaningful organisaties kijken primair naar welke bijdrage zij leveren aan de maatschappij. Uiteraard zonder de winstdoelstellingen uit het oog te verliezen. Neem bijvoorbeeld Tony Chocolonely. Deze ‘slaafvrije chocolade’ is niet meer weg te denken uit het supermarktschap. Of Ben en Jerry’s (sinds 2000 onderdeel van Unilever), die al sinds de jaren ’80 op een duurzame manier ijs produceren door bijvoorbeeld melk af te nemen van kleinschalige boeren. Hun motto: “We’re working to make the best possible ice cream in the most sustainable way”.
Kritische consument
Die verschuiving naar maatschappelijke relevantie is ook ingegeven door de markt. Consumenten zijn kritischer: een bedrijf moet voor het winnen van goodwill ook maatschappelijke waarde toevoegen. Mensen zijn klaar met grote, graaiende organisaties die alleen maar leven voor winstmaximalisatie en shareholder value. Zelfs Cor Boonstra, vroeger niet echt vies van forse bonussen, pleit voor het stoppen van de graaicultuur.
Dat beoordelen van organisaties is bovendien steeds eenvoudiger. Want ondanks de toenemende complexiteit van de wereld is het bedrijfsleven tegenwoordig kleiner, platter en transparanter voor de buitenstaander. Denk maar aan de recentelijke publicatie van de Panama Papers en de val van de malafide FIFA-organisatie. Of neem het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ waarin Joris Luyendijk de bancaire wereld onder de loep neemt. Bedrijven kunnen niet meer onzichtbaar en ongestoord doen waar ze zin in hebben.
Welke impact heeft dat op de vaardigheden van mensen?
De skillset verandert
Toekomstige organisaties stellen ook nieuwe eisen aan de benodigde ‘skillset’ van mensen, zo stelde het World Economic Forum vast. Nieuwe vaardigheden zijn nodig om de organisatie meer ‘meaningful’ te maken. De komende 5 jaar winnen drie vaardigheden sterk aan belang:
1. Cognitieve flexibiliteit
Cognitieve flexibiliteit geeft de mate aan waarin we onze gebruikelijke gedachtenpatronen kunnen loslaten en ideeën op ongebruikelijke, vernieuwende manieren kunnen groeperen en combineren.
2. Creativiteit
Creativiteit is de vaardigheid om te komen met ongewone of slimme ideeën voor een gegeven onderwerp of situatie, of het ontwikkelen van creatieve manieren om problemen op te lossen.
3. Emotionele intelligentie
De mate waarin we bewust zijn van andermans reacties en begrijpen waarom zij op een bepaalde manier reageren.
De digitale transformatie zorgt voor een stortvloed aan nieuwe producten, technologieën en processen. Met cognitieve flexibiliteit & creativiteit kunnen mensen veel beter de nieuwe waarde ervan ontdekken en deze maximaal benutten.
Cognitieve flexibiliteit en creativiteit liggen bovendien in elkaars verlengde. Iemand die in hoge mate andere denkpatronen kan toepassen, is namelijk ook creatief. Het zijn tenslotte vaardigheden die niet vervangbaar zijn door machines. De mens is nog altijd superieur aan de computer als het gaat om creatieve denkprocessen.
Menselijke emoties
Emotionele intelligentie is meer een sociale vaardigheid dan de twee eerder genoemde vermogens. Een belangrijke bovendien. Want hoewel het aantal face-to-facemomenten door robotisering afneemt, heb je nog steeds mensen nodig die in staat zijn om met menselijke emoties om te gaan. Juist op die momenten wanneer het van belang is. Robots kunnen dat vooralsnog niet, of in ieder geval niet goed.
Conclusie
Een transformatie raakt mensen, zowel de klanten als het personeel, vaak diep. Dienstverlening verandert, en daarmee ook de rol die medewerkers krijgen. Personeel moet vaak op volledig andere wijze gaan denken en werken. Dat vraagt om leiders met een sterke emotionele intelligentie, die zich goed kunnen verplaatsen in zowel de eindklant als het personeel. Het succes van een transformatie is immers voor het overgrote deel van hun acceptatie van de veranderingen afhankelijk.