01-02-2024 /auteur ANP Producties
HILVERSUM (ANP) – De gevallen van grensoverschrijdend gedrag bij het programma De Wereld Draait Door waren geen incidenten. Die conclusie trekt de Commissie-Van Rijn donderdag in het rapport Niets gezien, niets gehoord en niets gedaan naar sociale veiligheid bij de publieke omroep. Vrijwel alle oud-medewerkers die de commissie sprak over hun ervaringen bij het programma geven aan op de werkvloer in aanraking te zijn gekomen met grensoverschrijdend gedrag. Ook de rol van presentator Matthijs van Nieuwkerk, die in het rapport niet bij naam wordt genoemd wordt, is tegen het licht gehouden.
In de persoonlijke gesprekken met de commissie gaven vrijwel alle medewerkers aan nadelige gevolgen te hebben overgehouden aan hun periode bij het programma. Van mentale klachten, zoals depressie en/of PTSS tot fysieke klachten, zoals buikpijn en slaapproblemen. Een deel van hen heeft er nog steeds last van. De commissie stelt dat dit voor een belangrijk deel te wijten is aan de werkdruk en onzekerheid over aanstellingen. Voor hun onderzoek vulden 69 mensen een vragenlijst in over hun tijd bij het programma. Daarnaast sprak de commissie persoonlijk met 66 oud-medewerkers.
Medewerkers hebben te maken gehad met pesten, maar ook met intimidatie, waarbij schreeuwen en tirades houden als voorbeelden worden genoemd, en discriminatie. Oud-medewerkers hielden bijvoorbeeld hun geaardheid geheim om vervelende opmerkingen te voorkomen. Ook werden er seksuele grappen gemaakt en werd aanhoudend verzocht om seksueel contact. Dat collega’s, in ongelijke machtsverhoudingen, met collega’s naar bed gingen, werd als normaal bestempeld, meldt het rapport.
Leiderschapsrol
Matthijs van Nieuwkerk was als presentator formeel geen leidinggevende, maar had, als boegbeeld, wel een leiderschapsrol. Medewerkers gaven aan zijn “frequente, disproportioneel heftige en negatieve verbale uitlatingen” als intimiderend te hebben ervaren. De commissie schrijft dat de presentator in gesprekken met hen aangaf “zich niet bewust te zijn geweest van de druk die medewerkers hebben ervaren als gevolg van de eisen die hij stelde”. Ook herinnert hij zich niet dat hij op zijn gedrag is aangesproken. Voormalig directieleden en hoofdredacteuren menen wel met hem over zijn gedrag te hebben gesproken.
Concluderend zegt de commissie dat er tijdens de gehele duur van het programma niet adequaat is ingegrepen, hoewel daar voldoende en regelmatige signalen voor waren. “Daarmee heeft een voor het welzijn van het personeel schadelijke situatie lange tijd in stand kunnen blijven.”