In een vandaag verschenen statement roept de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) de deelnemers aan de coalitiebesprekingen op om de allocatiefunctie van de uitzendsector, dat wil zeggen het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van arbeid, te borgen en te versterken. ABU-directeur Jurrien Koops: “In veel discussies over flexibel werk gaat het over uitzenden. Terwijl uitzenden slechts 8% van de flexibele schil uitmaakt. Tegelijkertijd heeft uitzenden een belangrijke functie op de Nederlandse arbeidsmarkt en biedt het in vergelijking met andere vormen van flexibel werk een goede balans tussen flexibiliteit en zekerheid.” Zo krijgen uitzendkrachten vanaf de eerste dag dat zij bij een opdrachtgever aan de slag gaan hetzelfde salaris als werknemers in een vergelijkbare functie, bouwen ze pensioen op en is er een regeling voor loondoorbetaling bij ziekte.
De uitzendbranche is een van de grootste werkgevers in Nederland: in 2015 waren er ruim 770.000 uitzendkrachten aan het werk. Het gaat daarbij niet om ‘kleine baantjes’: 48% van de uitzendkrachten werkt meer dan 36 uur per week en 40% is langer dan een jaar werkzaam als uitzendkracht. Het aandeel uitzendkrachten binnen de werkzame beroepsbevolking is 3%. Uit cijfers van UWV blijkt dat de dat 30% van de mensen die vanuit de WW weer als uitzendkracht aan de slag gaan, duurzaam aan het werk blijft.
De ABU meldt voorts dat 13% van de uitzendkrachten een opleiding volgt (tegen 15% van de mensen met een flexibel contract).
Reageren?
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.