Vaak maken collega’s elkaar, bewust of onbewust, het leven behoorlijk zuur met verwijten of pesterige grapjes. Het lijkt erbij te horen, maar het zorgt voor de nodige persoonlijke en maatschappelijke problemen: ‘Als je doorgaat met giftige communicatie, dan komt er gedoe en uiteindelijk stópt de communicatie.’
Als je collega vergeet koffie voor jou mee te nemen, zeg je geïrriteerd dat jij best voor jezelf kunt zorgen. Als je projectleider zich te laat meldt voor de vergadering zucht je diep en zeg je net iets te luid: leuk dat je ook nog even komt. Zo communiceren we ongemerkt vaak giftig op het werk. Tja, het lucht ook zo lekker op. Helaas heeft dat gemopper soms grote gevolgen: het is giftige communicatie die vroeg of laat zorgt voor een slechte werksfeer.
Volgens Sandra Hertogh en Annemarie van der Wel onderschatten we de gevolgen van giftige communicatie, van verwijten, verdedigen, vermijden en verachten. Hertogh: ‘Het is ook logisch dat we het onderschatten: je bent je meestal niet bewust van de giftige communicatie van jezelf of een ander. In sommige organisaties en teams is het zelfs normaal dat men elkaar verwijten maakt. Er zijn geintjes met een seintje, en hoewel niemand het leuk vindt doen mensen vaak of ze die steken onder water niet horen en niet voelen. In deze organisaties en teams is vaak een hoger verzuim en blijven teamresultaten achter (of vallen tegen). Giftige communicatie heeft daarmee zowel persoonlijke als maatschappelijke gevolgen.
Meestal wordt er pas ingegrepen als het uit de hand loopt, als de sfeer giftig wordt tussen twee mensen en/of in een heel team. Maar het is veel handiger én leuker om giftige communicatie op tijd te herkennen, antigif toe te dienen en zo gezond mogelijk te communiceren.
SOS-bericht
Word je bewust van giftige communicatie en stop ermee; neutraliseer het gif, zeggen Hertogh en Van der Wel, het heeft te veel schadelijke gevolgen. In hun boek Giftige communicatie raden de auteurs aan om jezelf of de ander een SOS-bericht te sturen.
Van der Wel: ‘De drie letters staan voor drie stappen. De eerste stap is stoppen met het schieten van gifpijlen, want als je doorgaat met giftige communicatie stópt de communicatie. De tweede stap is onderzoeken wat er aan de hand is. De derde stap is samen met de ander bespreken hoe je het probleem op kunt lossen.’ Hoe vaker je oefent met de drie stappen, des te beter het antigif werkt.
Mogen we dan niets meer zeggen?
Giftige communicatie is overal waar mensen zijn, constateren Hertogh en Van der Wel: in de politiek, in de rij voor de kassa en op bijna elke werkplek. Het hoort bij mensen, maar het lijkt steeds gewoner te worden om giftig te communiceren. En dat zou het niet moeten zijn. Mogen we dan niets meer zeggen? Hertogh: ‘Integendeel! Het is juist heel belangrijk om open te zijn en te zeggen wat je dwarszit. Maar de kunst is om juist open te zijn op een manier die uitnodigt tot dialoog.’
Van der Wel vertelt hoe een collega in opstand kwam tegen een leidinggevende die allerlei veranderingen doorvoerde. De ervaren medewerker voelde zich gepasseerd en verzette zich tegen de veranderingen. De twee kregen steeds meer onenigheid, maakten elkaar verwijten en gingen elkaar steeds meer vermijden. Door meerdere SOS-berichten te versturen en op tijd de gifpijlen te vangen, lukte het hen deze negatieve spiraal van gif op gif te doorbreken.
Bekijk hier het Voorbeeld boek Giftige communicatie.
Reageren?
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.